HET SCHELDELOODSENKOOR
VLISSINGEN
10
RUUD VISSER
Op 27 april 1971 werd het Schelde-
loodsenkoor opgericht door de huidi
ge ere-voorzitter Albert Veldkamp,
die op zijn zeiltochten langs de kusten
van Noord-Europa kennis had ge
maakt met collega loodsen in Kiel. En
dan komt er zo van alles ter sprake.
In 1929 was er door de strenge vorst geen vaart
door het Kieler kanaal meer mogelijk. De .loods
en zaten dus zonder werk en kwamen vaak bij
elkaar om de toestand te bespreken, in een tap
perij met volledige vergunning zodat er ook een
biertje gedronken kon worden op de snelle inval
van de dooi. Zoals overal ter wereld kon
gezang niet uitblijven na voldoende alcoholi
sche versnaperingen; ze zongen liedjes van de
zee, die velen van hen nog op de oude wind
jammers gezongen hadden tijdens het werk en
in de spaarzame vrije tijd.
Al snel besloot men die liederen voor het nage
slacht te bewaren en een koor op te richten de
"Lotsengesangverein Knurrhahn". Bij mijn weten
het oudste shanty-koor ter wereld, en nu 65 jaar
later nog springlevend. Als alles goed gaat zul
len ze dit jaar tijdens Sail Vlissingen (1-3 juli) op
het door ons koor te organiseren Shanty Festival
te horen zijn.
Albert Veldkamp vond dat koor schitterend en
enige jaren achtervolgde hij zijn collega's met
de gedachte dat ook in Vlissingen zo'n koor
bestaansrecht moest hebben. Op de jaarlijkse
feestavond van de Loodsen Sociëteit in 1970
zaten we met een stel wat na te praten, onder
het genot van... en daar begon hij weer. Voor
we het wisten had een stel tegen hem gezegd:
"Oke, jij zorgt voor een repetitielokaal en een
dirigent en aan komen wij wel waf brullen".
Binnen de kortste keren was het voor elkaar: de
bekende dirigent Evert Heijblok vond hij bereid,
en de direkteur van de muziekschool, de heer
Bergman, ruimde een plaats in voor deze nieu
we 'koorklas'! Muzikanten werden in eigen gele
deren gevonden; 2 accordeonisten, 3 violisten,
een trompetist en een contrabas-speler en op de
eerste repetitie 1 2 zangers! De PZC vond het
een artikeltje en een foto waard en het koor
groeide snel, mede natuurlijk door het repertoire
dat iedere zeeman wel moet aanspreken. Wij
als moderne luxe stuurlieden hebben allemaal
bewondering voor de mannen van de zeiltijd.
De ballades, sea songs en de werklieden-shan-
ties die tijdens de gloriedagen van de zeiltijd
aan boord werden gezongen zo in de tweede
helft van de vorige eeuw tot aan de eerste
wereldoorlog, die praktisch het einde van de
zeiltijd markeert.
De seasongs hebben een verhalend karakter; ze
gingen over belangrijke gebeurtenissen, maar
ook over reizen en schepen en de vrouwen thuis
en onderweg. Shanties zijn echte werkliederen
met een sterk ritme. De voorzanger/shanttyman
was erg belangrijk: hij moest het tempo van het
werk aangeven en zo lang nieuwe coupletten
verzinnen als het werk duurde. De rest van de
bemanning zong de refreinen. Als het werk con
stante kracht vereiste zoals bijv. het inhalen van
het anker met de kaapstander, waren de refrei
nen lang, 4 of meer-regelig. Was er slechts een
moment van kracht vereist dan was er een kort
refrein, eenregelig met aan het eind hef woord
'pull', 'haul', 'blow', 'hilo' of 'roll'.
De bekende Kaap Hoorn vaarder, shantyman
en publicist Stan Hugill zei altijd: "A good
Shantyman is worth 10 man on a rope" (een
goede voorzanger is net zoveel waard als 10
man die aan een touw staan te trekken). Vaak
werden bemanningen pas aangenomen nadat
er een shantyman gevonden was. Het leven aan
boord was zwaar, de kapitein had het abslolute
gezag en kon met de mannen doen en laten wat
nij wilde. Twaalf uur werken per dag was het
minste, tussendoor was het 'all hands on deck'
als er zeil geminderd of gemeerderd moest wor
den. Elke dag werd er dek gewassen, niet
DEN SPIEGEL