12 SCHELDELOODSENKOOR NIEUWE LEDEN omdat men zo schoon was maar omdat het schip niet mocht uitdropen, vooral in de tropen was dat een gevaar. Als het schip, dat van hout gebouwd was, een paar dagen niet nat werd gehouden ontstonden er grote naden tussen de delen die fataal konden zijn bij hef eerste slechte weer dat men tegen kwam. Ook bij plotselinge fropenregens konden de dekken dan grote hoe veelheden water doorlaten die de vracht beschadigden en ook de verblijven onbewoon baar maakten. Het eten aan boord was slecht. De eerste tijd had men nog levende have aan boord: paar den, koeien en varkens die van lieverlede geslacht werden, Daarna was het menu zout vlees, drie maal per dag. Een van de gevreesde ziektes was dan ook scheurbuik, waaraan velen overleden. De Engelsen danken hun scheldnaam 'Limeys' aan het feit dat er op engelse schepen voor het eerst 'Limejuice' (citroensap] werd ver strekt tegen scheurbuik. Er waren ook wel kippen aan boord, alleen waren de eieren en kippen niet voor de bemanning, maar voor de kapitein en eventuele passagiers. Lijfstraffen kwamen veelvuldig voor zonder enige vorm van recht spraak. Het is dan ook geen wonder dat velen de kans grepen om te drossen, zodat er altijd een tekort aan bemanning was. Overal ter wereld probeerden de kapiteins hun bemanning aan te vullen: in de Stille Zuidzee kwamen de 'Kanaken' aan boord, oorspronke lijk de bewoners van de Sandwich-eilanden (Kanaak betekent mens), later werden alle bewoners van de eilanden in de Stille Zuidzee zo genoemd. Noord Amerika leverde veel negers als aanvullende bemanning. In alle havenkroegen werden mannen dronken gevoerd, men liet ze een 'handgeld' aannemen, meestal een goudstuk, en ze werden aan boord van een schip gebracht, het 'shanghay-en'. En de reizen duurden lang, soms wel 4 a 5 jaar! Huwelijken waren praktisch onmogelijk of hiel den geen stand. Het waren ruwe kerels, die als ze na een reis aan de wal kwamen, met voor die tijd veel geld op zak, een gemakkelijke prooi waren voor de vrouwen in de kroegen en de logementhouders die ook wel wisten hoe de zeeman het beste 'uitgekleed' kon worden. In zo'n logement had hij dan wel enige tijd kre diet dat werd afbetaald van het handgeld, 'the month advance', van het volgende schip. Met een beetje geluk bleef er dan nog wat over om kleding te kopen, oliegoed en dergelijke. Aan boord kon dat ook wel, de kapitein had een 'slapkist', maar wat je daaruit kocht was wel erg duur. De kapitein maakte woekerwinst. Trouwens als je ergens geld wilde opnemen in een haven dan kreeg de kapitein daar ook pro centen van, minstens 10! De romantiek van het varen was in die tijd (en nu ook) ver te zoeken. De zeemansliederen verha len daar dan ook van en de werkliederen zijn eindeloos lang. Als je dus een publiek zoekt dan moet je met het repertoire iets doen, en met je presentatie. Zoals wij de liederen zingen is niet echt authentiek meer; we zingen net zoveel cou pletten dat de essentie van de inhoud blijft bestaan en elk lied wordt in de aankondiging verklaard zodat ook mensen die geen Engels of een vreemde taal verstaan toch weten waar het over gaat. Al snel vonden wij het optreden in het loodsenuniform net zo saai als sommige liede ren, waarvan je teveel coupletten zingt. De oplossing was dat we de bemanning van een Het afgelopebn kwartaal hebben zich de volgende personen aangemeld als lid van de vereniging: Mevr. R. Both-dejongVlissingen Dhr. H.F. Goeteer,Vlissingen Mevr. J.J.P. Rammeloo- VandammeVlissingen Dhr. P.J.C. Bukkers,Vlissingen Van Fraassen Touringcars,Vlissingen Dhr. G.J. Gerestein,Middelburg Mevr. C. Klijberg-van Hoven,Vlissingen Dhr. G.J. de NeutVlissingen Mevr. R. Ruedisueli,Vlissingen Mevr. Schieman- van der Staal,Serooskerke Dhr. A. SoplantilaVlissingen Alle leden van harte welkom namens het bestuur. DEN SPIEGEL

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1994 | | pagina 12