17 lazen we in de PZC van 31 juli 1991: "Redding Loodsensteiger mislukt". Het zal u niet verwonderen dat na deze perike len de gemeente Vlissingen alsnog een sloop vergunning verleende. Omdat de steiger echter, zoals al eerder opgemerkt, in een beschermd stadsgezicht ligt kon bij het college van B W. bezwaar worden aangetekend en een schor sing van het besluit bij de Raad van State wor den aangevraagd. Uiteraard werd deze proce dure door ons ingezet en een fonds gevorm om e.e.a. te kunnen bekostigen. Dankzij de sponta ne reaktie van veel Vlissingers en andere geïnte resseerden kwam dit fonds in recordtijd tot stand. Ondanks het feit dat deze procedure werd voortgezet kwamen we toch weer met elkaar in gesprek. Het is wethouder C. de Keijzer, die deze zaak inmiddels van zijn colle ga mevrouw L. Poppe-de Looff had overgeno men, die tracht uit de impasse te komen. De uit spraak van waarnemend directeur DGSM, de heer M. Buis, is in deze van eminent belang. Hij zegt nl: "Wij gaan niet slopen zolang de procedure loopt". ADEMPAUZE Dat een adempauze heilzaam kan werken werd wederom bewezen, want op 25 novem ber 1992 komt het verlossende bericht dat DGSM de gemeente een toereikende 'bruids schat' in het vooruitzicht stelt. Het gevolg was dat de gemeente eigenaar werd en de Stichting Behoud Loodsensteiger de exploitatie en onder houd op zich kon nemen. Dit werd tijdens de raadsvergadering van 17 december 1992 bekrachtigd, waarbij tevens lof werd toege zwaaid aan wethouder De Keijzer voor de manier waarop hij deze gordiaanse knoop wist te ontwarren en de bruidsschat van f 100.000,- was verworven. Zo kon 1993 met goede moed worden ingegaan. CONSTRUCTIEVE SAMENWERKING Met de gemeentelijke ambtenaren werd con structief samengewerkt. In goed overleg werd een plan tot herstel gemaakt en later uitgevoerd. Inmiddels waren de heren Henk van Hoepen, oud-voorzitter van de Regionale Loodsen Corporatie en Dick van 't Hof, oud-technisch directeur van een bedrijf in de randstad, onze stichting komen versterken als adviseur. Adviezen die vooral in deze fase van groot belang waren. Ook de medewerking van het bergingsbedrijf Van den Akker moet zeker geme moreerd worden, want dit bedrijf verwijderde pro deo alle overtollige ballast van de steiger. RONDVAARTEN Hoewel we nog geen officiële overeenkomst hadden getekend legden we toch al contacten met eventuele gebruikers. Dit resulteerde in een proef met de Wight Prince, een zgn. catamaran luchtkussen schip ontworpen door de Kon. Mij. de Schelde. Dit schip kan een snelheid van 55 km per uur bereiken. Samen met rederij Den Breejen uit Zierikzee werd deze proef op l juni l 993 onder feestelijke omstandigheden gehou den. Hoewel deze toeristische attractie nog niet het rendement opleverde wat we hoopten - daar voor was de aanloopperiode gewoon te kort - toch biedt het zeker perspectieven voor de toe komst. De proefperiode die tevoren was bepaald op twee maanden leerde ons dat de passagiers unaniem enthousiast van boord stap ten. De steiger voldeed ook uitstekend met betrekking tot de em- en debarkatie. Behalve door dit vaartuig werd de steiger veelvuldig gebruikt door redeboten van de Vlaamse loods- dienst als de Flandria in de Koopmanshaven lag. Ook de 'Stad Zierikzee' en de 'Catamaran Castle' maakten dankbaar gebruik van de afmeer-mogelijkheid. OVEREENKOMST Dat het steigerprojekt er een is met een grote moeilijkheidsgraad, zoals de heer Bruinooge dat zo plastisch kan uitdrukken, is ons wel duide lijk geworden. Het duurde dan ook tot l oktober voordat een voor alle partijen aanvaardbare overeenkomst ondertekend kon worden. Overigens, in deze periode vond ook nog een mutatie plaats in het stichtingsbestuur. Onze voorzitter van het eerste uur, Guus Blankenburgh, gaf de wens te kennen een paar stappen terug te doen i.v.m. zijn zakelijke beslommeringen. Tot onze vreugde bleef hij wel DEN SPIEGEL

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1994 | | pagina 17