5
De bevoegdheden en verplichtingen werden in
1814 en 1818 in een reglement voor het
loodswezen vastgelegd. Het loodswezen was
gevestigd in Vlissingen. Met de vrijheidsstrijd in
België kwam een eind aan deze situatie.
In het vredesverdrag tussen België en
Nederland sprak men zich uit voor het principe
van een vrije loodskeus. De gezagvoerder van
een schip koos een Belgische of een
Nederlandse loods. *De loods die het eerst bij
een op- of afvarend schip arriveerde, kon als
eerste zijn diensten aanbieden. Elke loods
kreeg een gedeelte van het loodsgeld; dus hoe
meer schepen hoe meer inkomsten. Dit principe
werd in het Scheldereglement verder uitge
werkt. De Belgische loodsorganisatie mocht
zich in Nederland langs de rivier vestigen en de
Nederlanders kregen toestemming voor een
vestiging in Antwerpen. Dit betekende het ont
staan van de concurrentiestrijd.
Op zee doorkruisten snelle loodsboten van bei
de landen de kust van Walcheren zelfs tot aan
het Kanaal op zoek naar mogelijke klanten. In
Vlissingen, waar van loods gewisseld moest
worden, lieten de loodsen zich met behulp van
snelle roeiboten naar een op- of afvarend schip
brengen. Men roeide een wedstrijd om zo snel
mogelijk bij een schip te komen. In Antwerpen
waren de Belgische loodsen echter duidelijk in
het voordeel. De beide landen gebruikten gelijk
waardige schepen, om een eerlijke concurren
tiestrijd te kunnen garanderen.
In de praktijk werden zowat alle schepen die uit
Antwerpen vertrokken door Belgen beloodst. De
Nederlanders kwamen er gewoon niet tussen.
Bij de loodswisseling te Vlissingen wist de
Belgische loods vaak de kapitein van het schip
over te halen om een Belgische collega te
nemen. Dit betekende dat voor Nederlanders
bijna alleen opvarende schepen overbleven.
Hierdoor ontstond haat en nijd. Bij een aanva
ring tussen een Belgische en Nederlandse
loodsboot in 1 843 liepen de spanningen hoog
op. De Belgische kapitein verklaarde later: "Dat
het volk der Nederlandschen loodsboot begon
in zijn tuig te snijden; waarop de Belgische
loods L.Speckens hun toeriep: "snijdt niet; want
ik zie wie het doet!"; en het volk der
Nederlandschen loodsboot toen is beginnen te
schelden, roepende: "Belgische sodomiters,
Belgische muiters, etc. etc. Schipper Ocket ver
klaart op dat schelden te hebben geantwoord:
"Gij zijt moordenaars; want nu ge geen men-
schen meer snijden kunt, wreekt ge het op mijn
tuig" hun verder toeroepende: "Schipper Staal
het is niets om eene streng af te zeilen; maar durf
je het te wagen, om boot op boot te zeilen
Op 1 2 augustus 1 843 ging het weer mis. Bij
flinke zeegang werd gestreden om het beloods-
en van een schip. Beide loodsboten zetten een
jol af met de loods aan boord. Deze kwamen
nagenoeg gelijktijdig aan bij het te beloodsen
schip. Tijdens het langs zij gaan kwam de
Nederlandse jol in het kielzog van het schip en
sloeg om waarbij een van de opvarenden ver
dronk. Tijdens de loodswisseling op de rede van
Vlissingen kwam het regelmatig voor dat de roei
boten wel of niet opzettelijk met elkaar in aanva
ring kwamen.
Aan de wal werd hierdoor de verhouding tussen
de Belgische en Nederlandse loodsen er niet
beter op. De Nederlanders zagen de Belgen als
indringers en als bedreiging van hun inkomsten.
Terwijl de Permanente Commissarissen zich oor
spronkelijk vooral bezig hielden met de beton
ning en bebakening, moesten ze al snel de oplo
pende spanningen tussen de loodsen zien op te
lossen. In 1850 stelde België voor de
beloodsing alleen door Belgische loodsen uit te
laten voeren en als compensatie tien procent van
de inkomsten uit te keren aan Nederland. Het
was het begin van regelmatig overleg. Een
oplossing kwam pas in 1950. Men maakte een
afspraak over het aantal te beloodsen schepen
waarop elk land recht had: 72,5 procent voor
de Belgische en de rest voor Nederlandse loods
en. De geïnde loodsgelden worden volgens
dezelfde percentages verrekend.
Het reglement van 1 843 had ook aandacht
voor praktische zaken. Naast de mogelijkheden
van de diverse standplaatsen werden criteria
genoemd waaraan de loodsschepen moesten
voldoen. Op de schepen die men gebruikte
moest de naam van de standplaats in duidelijk
zwart geschilderde letters leesbaar zijn "ter
grootte van vier palmen aangebracht in het
DEN SPIEGEL