7 onderhoudswerken zou uitvoeren bleef gehand haafd. HET UITDIEPEN VAN HET VAARWATER In het Scheldereglement van 1 843 wordt niet gesproken over het uitdiepen van het vaarwater. In de tijd dat men dit verdrag opstelde was de noodzaak afwezig. In de tachtiger jaren van de vorige eeuw ontstonden door de groter worden de diepgang van de schepen steeds meer pro blemen bij het bereiken van de haven van Antwerpen. Het onderhoud van de vaargeulen was na 1 843 onder toezicht van de Permanente Commissarissen. Nederland interpreteerde dit in beperkte zin: indien veranderingen in het vaar water waar werden genomen, moest de beton ning en bebakening aan de nieuwe situatie wor den aangepast. Het uitbaggeren of verleggen van de vaargeul viel niet onder deze interpreta tie. De Belgische Commissarissen waren echter van mening dat het uitbaggeren ook onder het onderhoud van de vaargeul viel. De aanleiding was een verslechterde situatie van het vaarwater bij het dorpje Bath. Er bevond zich een ondiep te, waarop schepen vast konden lopen. Hierdoor konden volgens de Belgen de schepen niet veilig de Antwerpse haven bereiken en werd baggerwerk noodzakelijk. Het duurde ech ter nog tot 1 905 voordat men overeenstemming bereikte. Het wegbaggeren van ondiepten in Nederlands vaarwater werd toegestaan, echter geheel op kosten van de Belgische overheid. In 1 925 werd al overwogen het onderhoud van de vaarwegen te koppelen aan de bereikbaar heid van de havens. Het tractaat waarin dit zou worden geregeld werd echter door de Nederlandse Eerste Kamerverworpen. DE WALRADAR Na de Tweede Wereldoorlog ontstond de tech nische mogelijkheid vanaf de wal contact te krij gen met de scheepvaart. Met de forse groei van het aantal schepen op de Schelde na 1945 werd de rivier steeds drukker. De bereikbaar heid van de havens, maar ook de veiligheid op de rivier kwam onder een grotere druk te staan. In het overleg van de Permanente Commissarissen werden de mogelijkheden besproken om de nieuwe technieken van com municatie mogelijk te maken. Dit leidde uiteinde lijk in 1962 tot vaste radiostations in Vlissingen en Antwerpen. Via een vast radiokanaal kan een loods informatie opvragen in Vlissingen en Antwerpen, zodat hij bijvoorbeeld op de hoogte blijft van andere schepen die zich op de Schelde bevinden. In 1 965 werden deze radio- posten aangevuld met een eenvoudige radar. Aan wal kon de scheepvaart gevolgd worden en voorzien van nog meer informatie. Deze ont wikkeling heeft uiteindelijk geleid tot een keten van radarposten op diverse plaatsen langs de rivier. Op een centraal punt kan een schip over ongeveer 1 30 kilometer van zee tot Antwerpen gevolgd worden. In 1978 werd besloten tot de douw van de installatie die uiteindelijk in 1991 opgeleverd is. Voor de aanleg hiervan was ove rigens ook een verdrag tussen België en Nederland nodig. Over de uitvoering van dit verdrag kregen de permanente commissarissen de controle. Met dit systeem is het mogelijk een veilige en doelmatige afhandeling van het scheepvaartverkeer te bevorderen. Op één plek kan men zien waar de schepen zich bevinden en wat voor soort lading de schepen hebben. Tevens bestaat de mogelijkheid bij eventuele calamiteiten coördinerend op te treden. EEN NIEUW SCHELDEREGLEMENT De tijden veranderen. Vergeleken met honderd- vijftig jaar geleden worden er aan de dienstver lening aan de scheepvaart andere eisen gesteld. De schepen zijn groter geworden en hebben meer diepgang. Er is meer verkeer op de rivier en de technische mogelijkheden om het scheepvaartverkeer te begeleiden zijn toegeno men. Vergeleken met de situatie in de tijcf van het oude Scheldereglement is er zo veel veran derd dat een herziening van het reglement nood zakelijk is. Wijziging van een reglement dat zaken tussen twee landen regelt is een politieke aangelegenheid. De regeling van de vaart op de Schelde gaf in het verleden nog al eens span ningen tussen België en Nederland. Door de goede verstandhouding is er tegenwoordig een hechte samenwerking. Door regelmatig overleg van de onder andere de Permanente Commissarissen ligt de verdragstekst gereed. Een ondertekening is nu alleen nog afhankelijk van de politiek. DEN SPIEGEL

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1994 | | pagina 7