13
DE ARCHIEFSPIEGEL
BRONNEN VOOR
VLISSINGS VERLEDEN
TIJDENS DE REPU
BLIEK
AD TRAMPER, archiefmedewerker
U kunt het boek bestellen bij uw boekhandel
(ISBN 90-72838-09-2) of rechtstreeks bij de uit
gever ADZ Vlissingen; Postbus 140; 4380 AC
Vlissingen. Tel. 01184-17910; fax 01184-
10765. In dit laatste geval worden wel de por
tokosten ad fl. 6,- doorberekend. Geld uit de
belt kost Fl. 19,95-,
Wie de geschiedenis van Vlissingen
wil bestuderen ten tijde van de repu
bliek komt al snel met het vervelende
feit in aanraking dat in 1809 een
groot deel van het stadsarchief verlo
ren is gegaan. Om dat verleden toch
nog enigzins te kunnen reconstrueren
zijn de zogenaamde secundaire bron
nen, zoals b.v. kerkarchieven, fami
liearchieven en verzamelingen belan
grijk in waarde toegenomen.
Een van die bronnen, die m.i. te weinig geraad
pleegd wordt en aanwezig is in het gemeentear
chief) is de verzameling ordonnanties. Een stads
bestuur maakte haar rechtsbesluiten openbaar
middels ordonnaties of plakkaten. Zo ook het
Vlissingse stadsbestuur, uiteraard voor zover het
binnen hun competentie laa. Naast de benamin
gen 'ordonnanties' en 'plakkaten' komen ook de
termen 'waarschouwingen' en 'costumen' voor.
Ze bevatten de regels waar een ieder zich aan
te houden had. Of dat ook gebeurde is een
tweede. Ook toen zal wel gegolden hebben
hoe meer regels, hoe meer men de neiging
kreeg de regels te ontduiken. Veel nieuwe regels
kwamen uiteraard voort uit het ontduiken van de
oude regels. In deze uiteenzetting wil ik aan de
hand van twee voorbeelden genoemde verza
meling voor het voetlicht halen.
VOORBEELD 1
(regels voor het bestrijden van de pest)
'Ordonnantie ghemaeck by bailliu/burgemees-
ters/schepenen ende Raedt der Stadt Vlissingen
in Zeelandt, waer naer dat een vder hem sal
hebben te reguleren in dese bedroefde tyden
van peste'. De titel van deze ordonnantie geeft
al aan dat de pest was uitgebroken in
Vlissingen. De aanhef van de ordonnantie is in
ieder geval duidelijk over de herkomst van de
ziekte: 'Alsoo het Godt Almachtich belieft heeft
deser stede van Vlissingen te besoecken mette
beklaechlijcke ende contagieuse sieckte der
pest...'.
Hoe ging men om met het bestrijden van dit
fenomeen. In de eerste plaats moesten alle 'doc
toren in medecijne, chyrurgijnen en apothekers'
de hun bekende personen die besmet waren met
de pest aangeven bij de griffie van de stad.
Alleen de Pestmeester was toegestaan besmette
personen te bezoeken en medische hulp te verle
nen. Dit gebeurde thuis of als er sprake was van
onderstand in het Pesthuis. Het was ook verbo
den om goederen buiten het besmette huis te
brengen. Personen die zich in het besmette huis
bevonden was het niet toegestaan zich buiten te
begeven. Men was letterlijk 'als de dood' voor
het gevaar van besmetting.
Ten tijde van de pest stierven mensen als ratten.
Ook voor het begraven had het stadsbestuur
regels uitgevaardigd. Zo moesten overleden
pestlijders begraven worden in een doodskleed
(pelle) dat aan beide zijden gemerkt was met
een rode P. Waar die P voor stond laat zich
raden. Ook was het verboden kadavers van
honden, katten hoenders en vissekoppen op
straat te werpen. Daar tegenover stond dat b.v.
beenhouwers en varkensslagers hun afval wel
weer in de haven mochten deponeren. Zodat je
je kunt afvragen wat de voorgenomen maatrege
len hielpen.
DEN SPIEGEL