BRANDWEER
TUSSEN
BEZETTING EN
BEVRIJDING
DE BOEKENSPIEGEL 10
FRANS KOPMELS
ven. Soms levert dit een vrij zakelijk verslag op
van gebeurtenissen, soms geeft het ook heel
persoonlijke belevenissen.
Het gaat te ver u hier een lijst te geven van
boeken over de periode van oorlog en bezet
ting in Zeeland. Veel standaardwerken hierover
zijn verschenen.
Ik zou graag een enkele titel noemen van een
boek aat uitgaande van eigen ervaringen, dag
boekaantekeningen, een verslag geeft van
bepaalde gebeurtenissen uit de periode van de
bevrijding. Kenmerkend voor ons deel van
Nederland is dan vooral het water dat kwam,
de zee die na het doorgooien van de dijken
door de geallieerden bezit nam van
Walcheren. Opvallend in meerdere teksten is
hel onverwoestbare vertrouwen van de mensen
op Walcheren, het vertrouwen dat het eiland
weer droog zal komen. Zoals Tina Keller in
haar boek "De zee woont in ons huis" optekent:
"Mae me gae nie weg. Clad nie. Me dienke
der nie over. Me gae bove wone.
Dit boek, verschenen in 1984geeft een prach
tig verslag, aan de hand van dagboekaanteke
ningen van Tina Keller, journaliste op
Walcheren na de bevrijding, vanaf 2 oktober
1944 tot en met de sluiting van het dijkgat bij
Rammekens op 22 februari 1946.
Op 2 oktober 1944 komt in de vorm van een
pamflet, door de geallieerden boven
Walcheren uitgeworpen, de waarschuwing
gericht tot "Bewoners van de eilanden in de
monding van de rivier de Schelde'
"Het is zeer waarschijnlijk dat de vijandelijke
troepen en installaties op uw eilanden binnen
kort aan een hevig en langdurig luchtbombarde
ment zullen blootstaan".
Gaal weg, onmiddellijk! Dat is de boodschap.
Tina Keller beschrijft in haar boek heel boeiend
de dagen van eind oktober, begin november
1944. Ze vertelt niet alleen wat er gebeurde
maar ook hoe het gezin waar ze deel van uit
maakte reageerde en met de situatie leefde. Het
verslag gaat door na de bevrijding van
Walcheren en ook nog na de bevrijding van
heel Nederland tot de dag dat ook het laatste
dijkgat is gesloten. Ik citeer hier de laatste
regels van het boek:
"De gevels onder de dode linden in Ritthem
geven nog de indruk van de Dorpsstraat. Ik stap
een verlaten huis in, de voordeur hangt scheef
aan een scharnier zoals de laatste golfslag hem
geslagen heeft. Na enkele stappen ben ik weer
in de open lucht. De achtergevel op het noord
westen ontbreekt. De huizen hebben alleen nog
voorkanten. De coulissen van een dorp. Aan het
eind van de straat zijn ze helemaal in elkaar
gezakt.
Wanneer ik het geteisterde dorp verlaat, treft
me een laatste beeld. Tussen de puinhopen van
een hofje is een boerenman ijverig in de weer.
Hij heeft de stenen van zijn verwoeste huis stuk
voor stuk afaebikt. En ze daarna op nette tassen
gezet. Het houtwerk voor zover nog aanwe
zig, staat ernaast in stapels gesorteerd. Zodat
bij de wederopbouw straks meteen kan worden
begonnen
Mijn naam is Frans (Franciscus)
Kopmels. Ik ben op 1 december 1913
te Vlissingen geboren. Ik ben
getrouwd met een Vlissings meisje. Ik
heb vier kinderen, allen getrouwd. Ik
beloofde u een kort overzicht van
mijn levensloop en de bijzonderheden
over Vlissingen, voor zover mij
bekend en voor zover, naar ik aan
neem interessant voor u.
Ik ben opgegroeid in een gezin met vier kinde
ren (twee broers en een zuster). In de tijd dat ik
opgroeide was het normaal dat een jongen van
twaalf jaar ging werken. Als hij nog iets wilde
leren moest hij 's avonds naar de avondschool
DEN SPIEGEL