GEMEENTEARCHIEF
VLISSINGEN
14 BRANDWEER
ven door de steeds groeiende haat door
onmacht.
Ik kan me herinneren dat de NSB een soort club
gebouw had op de hoek van de Coosje
Buskenstraat en de Boulevard de Ruyter. Er was
een bombardement geweest. Daarbij waren
meerdere NSB-ers gedood. De begrafenisstoet
van de kameraden vertrok van het clubgebouw
en kwam over de Coosje Buskenstraat langs
onze brandweerpost. Hazelhof stond toen met
een oranje-kleurige stofdoek de ramen aan de
binnenzijde af te nemen. Het was bewust met
oranje zwaaien naar de NSB-ers. Waarom
deed hij dat? Had hef nut? Waarschijnlijk niet.
Was het dom? Waarschijnlijk wel. Waarom
dan? HAAT,
Ik kan me ook herinneren Kerst 1943. Geen
erge prettige tijd. Het duurde al zo lang. We
werden zo moe. De voedselvoorziening was
belabberd. Hazelhof zei dat we de mensen een
beetje moed moesten geven. De tijd rond de
kerstdagen was daarvoor geschikt. Hazelhof zei
dat we gingen proberen de mensen op de post
een ouderwets kerstfeest te bezorgen. We schre
ven brieven naar bekende drankfabrieken.
Hazelhof deed een beroep op de directies om
wat af te staan voor zijn mensen, die het zo
moei!i|k hadden. We kregen van een fabriek
twee flessen drank gratis en van een fabriek
twee flessen drank tegen betaling van de ver
zendkosten. We schreven naar een vleeswaren-
fabriek. We schreven dat we wisten dat het
vlees was gerantsoeneerd en dat we dus niet om
vlees wilden vragen. Maar over rantsoenering
van benen en mergpijpen was ons niets bekench
We kregen een doos mergpijpen toegestuurd.
Kees Valckenier von Gessau had verkering met
een meisje van Koudekerke. Hij had daar volop
relaties. Hij ging naar Koudekerke om melk zo
van onder de koe. De room werd er afgeschept
en geklopt. Kees zorgde ook voor een boeren-
krentenbrood. Hazelhof en ik zouden voor vlees
zorgen. Het Duitse Commando zat in een villa
aan de Badhuisstraat tussen de Parklaan en de
"Leeuwentrap". Achter dat perceel stond een
twaalfdelig konijnenhok. De konijnen in de hok
ken waren kennelijk bestemd voor een Duits
kerstfeest. Hazelhof en ik gingen daar 's nachts
naar toe. Er liep een Duitse schildwacht in het
park achter het huis. Er was daar een paadje
van ongeveer 30 meter lang. Aan één kant van
dit paa stond het konijnenhok. De schildwacht
liep steeds heen en weer over het pad. Hij liep
dan naar het konijnenhok, keerde daar om en
liep weer dertig meter terug, enz. We kropen
achter het hok. Toen de schildwacht van ons
afliep nam ik het voorstuk uit één van de twaalf
hokken. We wachtten tot de schildwacht terug
was en zich weer omkeerde. Hazelhof hield een
jute zak open. Ik deed tot tweemaal toe een
greep (twee konijnen in de zak). Ik wilde weg,
maar Hazelhof stak twee vingers op. Nog twee.
Weer wachtten we op de schildwacht. Toen slo
ten we het eerste vak en openden het tweede
vak. Weer wachtten we op de schildwacht.
Daarna weer twee grepen. Weer wachten. Hok
sluiten, weer wachten Wegwezen. Met hoe
veel tijd kan een mensenleven bekort worden
door het wegnemen van vier konijnen? De konij
nen werden bij Jan van Ochten bewaard en
geslacht. We waren bang op de duur verdacht
te worden.
Uit de duinen haalden we een grote dennen
boom. We versierden de post en maakten ons
op voor het kerstfeest. Op de morgen van de
eerste kerstdag bezocht de brandweercomman
dant onze post. Toen we hem koffie met appel
gebak aanboden was hij blij verrast (appelge
bak van mevrouw Hazelhof), maar toen we hem
wilden laten kiezen uit jonge genever, cognac
of een advocaatje met slagroom wera hij
zenuwachtig. Hij nam vlug een borreltje en zei
dat hij nu beslist weg moest. Ik vertel dit verhaal
niet, omdat het flink was of van belang was,
maar om de sfeer te schetsen die Hazelhof wist
te bereiken in zo'n zware tijd.
Hellebardierstraat 2
Vlissingen, tel. 0I I 84-87331
Geopend maandaq f/m vrijdaq
9.00-16.30 uur
DEN SPIEGEL