21
komen en dat was toen niet denkbeeldig, dan
zou men kunnen denken dat ik van angst van
mijn post was gevlucht. Van der Steen nam een
stukje van een plankje, brak het in tweeën. Met
een stompje potlood schreven we onze naam
op het plankje. Hij stak Kopmels in zijn zak en ik
kreeg Van der Steen. We spraken af dat we
eikaars familie zouden inlichten als er met ons
wat zou gebeuren.
Op een gegeven moment kwam over het
Bellamypark ae brandweerman Meerman bij
ons. Hij zei dat hij even naar huis was geweest.
Hij woonde in de Noordstraat. Hij was nu weer
op weg naar de brandspuit, die ergens bij het
Beursplein zou staan. De bemanning van die
spuit was 's nachts uitgerukt voor een brandje. Ik
waarschuwde Meerman dat hij beter kon wach
ten, omdat er nog regelmatig werd geschoten
vanaf de Boulevard de Ruyter. Hij wilde niet
wachten. Ik zei nog:" Ga dan via de Provoost
straat en de Sarazijnstraat." Hij wilde niet luiste
ren. Hij was heel vrolijk en totaal in de roes van
de bevrijding. Hij liep door en werd tien meter
verder neergeschoten. Er werd niet meer gere
geld geschoten. Dit was kennelijk werk van sluip
schutters. Door het Groenewoud kwamen steeds
nieuwe commando's bij ons. Er werden rook
bommen gegooid en in de rook staken meerde
re commando's het Bellamypark over. Op een
gegeven moment kwam een van de comman
do's die het Bellamypark waren over gestoken
door de rook terug in onze richting. Hij werd
door commando's die net waren aangekomen,
neergeschoten. De mannen waren allen als een
veer gespannen. We gingen het Bellamypark
over en via de Smalle Kade naar het Beursplein.
Inmiddels waren over de Nieuwendijk, door de
Nieuwstraat en door het Groenewoud versterkin
gen aangevoerd. Er werd niet meer geschoten
van de Boulevard de Ruyter. Ik was gids af. Later
op de dag hoorde ik van de brandweercom
mandant dat een Nederlands sprekende militair
hem had verteld dat Kopmels hem de weg had
gewezen.
Er was een telefoonlijn tussen de Kon. Mij.De
Schelde en de Hoofdcommandopost van de
Luchtbescherming in de Hendrikstraat. Op de
dag van de bevrijding (l-l 1-1944) werd die
lijn, naar ik heb gehoord, bediend door aan de
ene kant Jan PotfKMS) en aan de andere kant
door P.F.Rozenberg (Luchtbesch.). Die dag
kwam er een bericht door, dat Duitse militairen
die in de bunker op het terrein van De Schelde
zaten, zich wilden overgeven, 's Avonds ging ik
met een paar collega's mee om de commando's
de weg te wijzen naar die bunker. We gingen
over het terrein van de Schelde langs het droog
dok en onder de "214" door. Het stelde niet
veel voor. Een stelletje oude Duitse militairen wil
de zich graag overgeven. Ze werden afge
voerd. Er was in die dagen van alles te doen
We hielpen mee gewonden over te brengen
van het St. Joseph ziekenhuis naar het bevrijde
deel van de stad. Dit ging ook via het terrein van
de K.M.S De avond van de eerste dag ben ik
nog met iemand meegeweest, die een brief
moest brengen bij de commandant van de
gelande troepen. Die had onderdak gevonden
in een Duitse bunker naast de Oranjedijk. Ik kan
me niet meer herinneren wie die boodschap
moest overbrengen.
Over een gewonde Duitse officier hoorde ik het
volgende verhaal van mijn vriend, ook oud-
brandweerman, Frans J.Lacor. Deze vertelde
over zijn ervaringen van de eerste november
1 944, als volgt:
"Op I-I I-I 944 tussen acht en negen uur werd
er nog hevig geschoten in de omgeving van het
Betje Wolfplein, "Goed Wonen" en Tuindorp.
(Lacor was destijds ingedeeld op de brandweer
post op de Badhuisstraat. Hij woonde in de
Bouwen EwoutstraatNa het geweld van die
nacht wilde ik wel eens weten hoe het met mijn
woning was gesteld. Ik ging dan ook even kij
ken. Er werd plotseling weer zwaar geschoten.
Ik vluchtte een woning in de Bouwen Ewoutstraat
binnen. Dat was bij een zekere Gerard
Timmerman. Er waren daar in een alkoof onge
veer twaalf mensen. Een mevrouw van der
Weijden en een mejuffrouw Nieuwenhuizen
werden gewond. Ik bracht het gewonde meisje
met een mij onbekende man op een onderstel
van een ledikant van de Duitsers naar het St.
Josephziekenhuis. Het ledikant haalden we uit
de school in de Bouwen Ewoutstraat, die bij de
Duitsers in gebruik was. Het meisje is meteen
door dokter Jens geopereerd.
DEN SPIEGEL