ROND DE "PLECHTIGE ONTBLO TING" VAN MICHIEL DE RUYTER 2 L. WOLTERBEEK-V.D. VLERK Het jaar van de beeldhouwkunst is alweer voorbij. De manifestatie "Beel den in Nederland 1994" leverde een groot aantal tentoonstellingen op in diverse Nederlandse musea. Ook Vlissingen deed mee met de expositie van Middeleeuwse beelden uit het Utrechts Catharijneconvent. Daar naast gaf het museum ook een aardi ge folder uit met beschrijvingen van beeldhouwwerken in het centrum van de stad. Met behulp van het begelei dende plattegrond|e is het mogelijk al wandelend wat meer aan de weet te komen over de gebeeldhouwde monumenten uit het Vlissingse verle den. Iedere Nederlander, die wel eens in Vlissingen is geweest, weet zich meestal dat ene beeld nog wel te herinneren. De bekende held uit het liedje van de blauw geruite kiel, die zo imposant over de Westerschefde staart. Met de folder in de hand komen we aan de weet dat hij hier al ruim 150 jaar aanwezig is en vele stormen en oorlogsgeweld heeft doorstaan. Met de komst van ons nieuwe koninkrijk in 1815 ontstond ook een nieuw besef van het eigen ver leden. Grote namen hieruit moesten weer een plaats krijgen in onze vaderlandse geschiede nis. Overal in het land ontstonden actie-comites tot oprichting van beelden van belangrijke Nederlanders uit het verleden. Vlissingen bleef hierbij niet achter. Al in 1830 werd er onder de leden van het Vlissingse departement van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen het initiatief genomen om een standbeeld op te richten voor de nationale zeeheld van Vlissingse komaf Michiel de Ruyter. Maar in augustus van dat jaar brak de Belgische opstand uit en de werkzaamheden van het comi té werden door de omstandigheden gestaakt. Toch begon men in 1836 weer opnieuw. Omdat het een nationale held betrof vond het comité dat de benodigde fondsen uit het hele land moesten komen. Intekenlijsten, die circuleer den onder de andere departementen van het Nut, brachten bij lange na niet de gewenste middelen binnen. De hulp werd nu ingeroepen van de "gouverneur" (commissaris van de koning) van Zeeland. Deze schakelde zijn colle ga's in, zodat het hele land mee kon schenken. Ook Willem II, de Prinsen, legeren vloot werden benaderd en einde 1 839 was er genoeg geld binnen om tot daden over te gaan. Nu kwam hef belangrijkste punt aan de orde wie moest het beeld ontwerpen. In ieder geval zou het een Nederlander moeten zijn. Het was tenslotte een nationaal gedenkteken en in roemrijker tijden hadden ook namen als Hendrick de Keyser en Rombout Verhulst grote mannen uit onze historie vereeuwigd. Op advies van de Vierde Klasse van het Koninklijk Nederlandsch Instituut van Wetenschappen, Kunsten en Letteren werd de kunstenaar Louis Royer gevraagd het beeld te ontwerpen. Hij was op dat moment directeur van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam en had als beeldhouwer al een grote naam. Geboren in 1793 in Mechelen, waar hij zijn eerste opleiding kreeg, studeerde hij vervolgens in Parijs en Amsterdam. Hier ontving hij in 1 823 de Prix de Rome, die hem in staat stelde om vier jaar lang in Rome de beeldhouwkunst te beoefe nen. Omringd door de klassieken gaf hij zich over aan het neoclassicisme, daarbij ook sterk beinvloed door de neoklassieke beeldhouwers Canova en Thorvaldsen. Terug in Nederland vestigde hij zich in Den Haag, waar hij in con tact met het hof kwam. Er kwamen opdrachten uit voort voor o.a. een borstbeeld van Koning Willem I en een marmeren buste van zijn echtge note Koningin Wilhelmina. Hij kreeg de titel van 's Konings oeeldhouwer en in 1 836 vertrok hij DEN SPIEGEL

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1995 | | pagina 6