3
beurtveren, met verbindingen naar Holland en
Vlaanderen. Amsterdam had reeds in 1593
een tiendaagse beurtvaartroute op Veere,
Vlissingen en Philippine ingesteld (1). In 1610
werd dit uitgebreid tot een tweewekelijkse
dienst op het 'Eijland van Walcheren', met
afvaarten op maandag en donderdag.
Daarnaast bestond er vanaf 1601 een beurt-
veer van Middelburg op Rotterdam, met aan
sluiting op Amsterdam met bijna vanaf het
begin dagelijkse afvaarten (2). Vlissingen had
zelf dagelijkse beurtveren op Vlaanderen, nl.
op
- Breskens en Sluis, met aansluiting op de trek
schuit naar Brugge;
- Sas van Gent, met aansluiting op de trekschuit
naar Gent (5).
Brieven werden meegegeven met particulieren
die op reis gingen, met schippers of met de
beurtschepen. We noemen dit onregelmatige
briefvervoer "gelegenheidsboden". Het ken
merk van dergelijke briefpost is het ontbreken
van postale kenmerken op de adreszijde, met
name van portbedragen. Voor 1 850 was het
gebruikelijk dat de ontvanger het port betaalde.
Men was er op die wijze redelijk zeker van dat
een brief bij geadresseerde werd bezorgd
omdat de bode anders zijn vergoeding misliep.
Bij officieel postvervoer via postkantoren werd
het te betalen port in rood krijt of in inkt op de
brief vermeld. Het ontbreken van zo'n postaan-
duiding duidt bijna altijd op vervoer buiten de
post om
OVERHEIDSBODEN
De verschillende bestuursorganen kenden eigen
boden die met brieven op pad gestuurd werden
zodra daar aanleiding toe was. Zo kende
Vlissingen eigen stadsboden die bijvoorbeeld
brieven naar de Staten van Zeeland in
Middelburg brachten. Het betreft hier echter
nog steeds onregelmatig briefvervoer, waaraan
particulieren niet officieel konden deelnemen.
Op deze brieven ontbreken ook postale ken
merken. De brieven werden namelijk persoonlijk
bezorgd zonder betaling van bodeloon. Er
kwam geen 'postkantoor' aan te pas.
KOOPMANSBODEN
De eigenlijke ontwikkeling van de brievenposte-
rij is een gevolg van de zich uitbreidende natio
nale en internationale handelscontacten.
Antwerpen en Londen waren de vestigingsplaat
sen van een vereniging van handelaren met
internationale belangen, de "Merchants
Adventurers". Deze belangrijke groep kooplui
wilde ca. 1582 uit Antwerpen vertrekken omdat
de Spanjaarden Antwerpen bedreigden, met
alle gevolgen voor de handelsbetrekkingen met
Engeland en Schotland. Middelburg en
Vlissingen probeerden deze "Merchants
Adventurers" binnen hun poorten te halen. De.
Merchants Adventurers kozen uiteindelijk voor
Middelburg, maar ook dat was slechts van korte
duur. In 1 62 1 werd voor vestiging in Delft geko
zen.
De vestiging op Walcheren van deze groep
internationale handelaren leidde ertoe dat er
een vaste postverbinding tot stand kwam tussen
Middelburg en Londen. Ook van Vlissingen zijn
enkele brieven bekend die via deze postroute
zijn vervoerd. De brieven maken deel uit van de
z.g. Corsini correspondentie. (Afb. 1
Op vergelijkbare wijze ontstond geleidelijk aan
ook een netwerk van koopmansboden tussen
Zeeland en Holland en tussen Zeeland en
Vlaanderen/Brabant. De koopmansboden
betaalden aan de stadsregering een pachtsom
voor het monopolie van brief- en pakjesvervoer
op een andere stad. Meestal was dit een eenzij
dig monopolie, waarbij retourvervoer niet was
inbegrepen. Soms werden tussen twee steden
contracten gesloten, waarbij wederzijds brief
vervoer was toegestaan.
De verschillende koopmansboden stonden
onder toezicht van stedelijke functionarissen, de
z.g. Overmannen van de Boden. Deze laatsten
dienden ervoor te zorgen dat de handelaren
optimaal bediend werden door de boden en
dat met name brieven van de verschillende
koopmansbeurzen met prijzen van goederen
zonder vertraging werden besteld. De handel
was namelijk afhankelijk van berichtgeving van
deze beurzen. Het was niet ongebruikelijk dat
brieven voor Vlissingen die via Middelburg wer-
DEN SPIEGEL