6 BRIEVENPOSTERIJ
dient de postmeester een register aan te leggen
van de uitgaande brieven, dat door de bode die
de brieven (en pakjes) meeneemt moet worden
ondertekend.
Ook de porten worden nu officieel vastgesteld,
n.l.
- eenen enkelen Brief: 4 stuivers
- eenen dubbelden Brief: 5 stuivers
(met ingesloten tweede brief)
- alle andere Brieven naar advenante van het
gewicht; van een Once (ca 30 gram) opgaan
de 4 stuivers meer.
Deze porten werden vastgesteld voor
Amsterdamse brieven te betalen in Vlissingen.
Plaatsen binnen de route deden hetzelfde of een
lager port. Tot 1726 blijven de zaken.onveran
derd. De namen van de postmeesters in de
periode 1 677-1 726 zijn:
1679: Georgius Sorgeloos
1692: Suzanne Pijl, weduwe Sorgeloos (ontsla
gen 1 3 juni 1 722)
1722: Petrus Reinierssen Thoorn (ontslagen 5
februari 1724).
De slechte ervaringen met het postmeesterschap
doet de Vlissingse bestuurders besluiten tot het
aanscherpen van de eisen aan het postmeester
schap. Op 23 maart 1 726 verschijnen dan ook
drie ordonnanties, n.l.:
- Ordonnantie voor de Postmeester binnen de
Stadt Vlissingen, met een lijst van de briefporten
(15);
- Ordonnantie voor de Coopmanbooden binnen
de Stadt Vlissingen (op Hollandt reysende) (16);
- Ordonnantie Omtrent het brengen van Brieven
aan het Postcomtoir Binnen de Stadt Vlissingen
(17).
Zowel de postmeester als de boden dienen nu
een eed op het nakomen van de ordonnantie af
te leggen, met een borgstelling in persoon en in
geld (500 pond Vlaams). De postmeester wordt
verplicht voor zijn huis of logement een bord te
plaatsen dat daar het postkantoor gevestigd is.
Hij dient ook toezicht te houden op het reizen
der boden ("dat de Booden vigelandt zijn in het
waernemen van haar Revsbeurten"). Hij wordt
ook verplicht de binnengekomen brieven met het
port te beschrijven, naar wijken en straten te sor
teren en zo spoedig mogelijk te doen bestellen.
Tenslotte krijgt hij ae opdracht correspondentie
te houden met andere postmeesters "tot meerder
expeditie en bevordering van zijn comptoir". De
postmeester krijgt nu een verplichte portlijst voor
Hollandse brieven opgelegd. Deze portlijst is
niet gesteld in de betaalmunt (stuivers), maar in
de rekenmunt van de handel (schellingen/gro
ten). De kooplui noteerden in hun boekhouding
47 r
V.
Afb. 3. Brief van Vlissingen (7 februari 1691) uil de periode van postmeester Georgius Sorgeloos. Vervoerd met
de koopmansbode van Middelburg op Antwerpen die ook in Vlissingen de brieven afhaalde. Port: 5 sols te
betalen door de ontvanger in Antwerpen.
-DEN SPIEGEL