vWÈlit mv\' '0 zaken (geschillen tussen burgers onderling), en 'boet-straffelijke' zaken, geschillen die afgedaan werden met een boete. De hoge jurisdictie gaf daarnaast ook de bevoegdheid om recht te spreken in 'lijf-straffelijke' zaken, letterlijk straffen aan het lijf, zoals zweepslagen of bungelen aan de galg (hals misdaden). De voorzitter van de rechtbank of vierschaar was de baljuw. Deze persoon was meestal ook de eiser en zorgde voor de uitvoering van de vonnissen. Het rechtspreken zelf was voorbehouden aan de schepenen en burge meesters. Aanvankelijk bezaten de Zeeuwse am bachtsheerlijkheden de lage jurisdictie. De hoge jurisdictie was voorbehouden aan de graaf zelf. Nu was het voor de graaf niet altijd even praktisch om af te reizen naar Zeeland en daar het gerecht voor te zitten. Daarom stelde hij in de loop van de 15de eeuw vertegenwoordigers aan: een baljuw of later de rentmeesters van bewesten Schelde (Walcheren, De Bevelanden, Borsele en Wolphaartsdijk) en beoosten Schelde (Schou wen, Duiveland, Tholen, Sint Philipsland en Sommelsdijk). De ambachtsheerlijkheid van Oud-Vlissingen en Nieuw-Vlissingen vielen dus onder de rentmeester bewesten Schelde. In de late middeleeuwen kregen steeds meer steden, als onderdeel van stadsrechten, cri minele rechtspraak (hoge jurisdictie) in hun bezit. Nieuw-Vlissingen zou in 1477 de cri minele rechtspraak verkrijgen. In 1574 verwierf Vlissingen criminele recht spraak over een deel van het platteland van Walcheren (zuidelijk deel) terwijl ook de civiele en vrijwillige rechtspraak daarbij kwam. Vlissingen had deze uitbreiding te danken aan haar vroege keuze voor de prins van Oranje in 1572. Deze uitbreiding ging ten koste van Middelburg dat te lang treu zelde eer het zich afkeerde van de Span jaarden. De rechtspraak berustte van ouds bij de negen schepenen en twee burgemeesters ter wijl de strafvordering aan de baljuw was opgedragen. De prins van Oranje koos uit een tweetal de schepenen en burgemeesters. Naast deze twaalf personen waren er nog dertien raden, die echter geen deel uitmaak ten van de rechtspraak maar wel deel uit maakten van het stadsbestuur. Het stadsbe stuur werd ook wel aangeduid met Wet en Raad. Gebouwen De plaats waar recht gesproken werd en waar tevens het eerste stadhuis van Nieuw- Vlissingen gezocht moet worden is op de plaats waar nu het politiebureau staat. Op de begane grond in de vestibule werd recht Mi Plattegrond van de omgeving BreedstraatBellamypark met de verschillende stadhuizen en 'huizen van recht' Tekening van P.K. Dommisse, Gemeentearchief Vlissingen, Historisch Topografische Atlas, cat. nr. 4.1 Den Spiegel, juli 1995 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1995 | | pagina 13