den zulke gaven in het algemeen als duivels
en anti-kerkelijk ervaren, zoals ook nu
orthodox christelijke groeperingen beurzen
over het paranormale en occultisme als van
de duivel afkomstig beschouwen.
Cathalina stond zieke personen bij met raad
en daad. Om patiënten te genezen gebruikte
ze een riempje waarmee ze de afstand mat
tussen de elleboog en de hand, ondertussen
formules prevelend. Jaren geleden had ze
haar 'praktijk' ook uitgeoefend in Brugge. Ze
was daar 'genadig' behandeld. Ondanks haar
'supersticueuse manieren tegen de eer van
de Almachtige en de Heilige Kerk' was
Cathalina Onbaart 'slechts' veroordeeld tot
het vastbinden aan een staak op het schavot,
een pan vuur voor haar voeten en takkenbos
sen en stroo om haar heen. Terwijl ze door
haar 'omgang met de duivel' toch zeker wel
de vuurdood 'verdiend' had. Daarnaast was
ze ook verbannen uit de streek. Vanuit
Brugge was ze in Vlissingen neergestreken.
Daar had ze toch weer haar 'duivelse praktij
ken' opgepakt. Dit was snel genoeg bekend
en zo diende ze voor de vierschaar te ver
schijnen. Daar biechtte ze ook haar 'practij-
ken' op die ze in Brugge had uitgeoefend. De
Vlissingse criminele vierschaar kende min
der genade. Op 20 januari 1541 belandde
Cathalina op de brandstapel op de plaats
waar men 'gewoon is justitie te doen'. Deze
plaats (Galgeveld) moet gesitueerd worden
op het terrein waar tegenwoordig het
Maritiem-infocentrum 'Het Arsenaal' is
gehuisvest. In de 15e eeuw was dit gebied
nog niet bebouwd.
'Verduytsen'
In het algemeen werden vergrijpen tegen de
kerk en de godsdienst hard aangepakt. Het
volgende voorbeeld uit de periode waarin de
reformatie zich nog een ingang moest ver
schaffen in de Nederlanden dateert uit het
jaar 1538. In dat jaar was Adriaan
Bouwensen aanwezig in de Sint Jacobskerk.
Na het zingen van de mis en de evangeliën
stond Adriaan Bouwensen op en vroeg aan
de priester wat hij nou eigenlijk gezongen
had en wat dit betekende: '...de mis seggende
wat hij gesongen had, wat het te seggen
ware, hy wil dit weten...' de priester moest
dit eens 'verduytsen' (in het Nederlands zeg
gen) of hij zou de priester eens 'verduytsen'.
Adriaan Bouwensen begreep niet veel van
het Latijn en maakte dus zijn ongenoegen
kenbaar. Zijn uitspraken en dreigement
waren echter voldoende om voor de vier
schaar te moeten verschijnen. Aangezien dit
niet de eerste keer was dat hij voor de recht
bank verscheen moest dit keer zijn rechter
hand er aan geloven. Tevens werd hij ver
bannen uit de stad en Walcheren, 'binnen
zonnenschyne te ruimen de stede en morgen
te land'. Hij mocht pas terugkomen als hij
een bedevaart ondernomen had naar de Sint
Pieter in Rome. Als bewijs moest hij een cer
tificaat mee terug nemen. Daar bovenop
kwam nog een aantal van tienduizend
Zeeuwse bakstenen als hij inderdaad van
plan was om nog terug te komen. Het is me
onbekend of Adriaan Bouwensen ooit terug
gekomen is.
Godslasterlijke taal was ook een reden om
voor de vierschaar te moeten verschijnen.
Jan Engels mocht op 20 mei 1539 van de
rechtbank vernemen dat hij een halfuur lang
'gescavotteerd' zou worden. Daarbij werd
zijn tong met een priem doorboord.
Voorbeelden uit de 18de eeuw
'Ten exempel'
Het vijfde voorbeeld begint in het Groot
Heerenlogement, het gebouw waar nu het
gemeentearchief in is gevestigd. Op 14 janu
ari 1736 bracht Willem Valenske met zijn
vrouw een bezoek aan het Groot Heeren
logement, de plaats waar mensen logeerden,
waar feesten gehouden werden en waar het
een en ander geschonken werd. Willem was
op zoek naar Pieter Lassaan waar hij waar
schijnlijk nog een appeltje mee te schillen
had. Pieter, die in het Groot Heerenlogement
logeerde, zat volgens de hospita echter in 'De
Peer' een herberg in de stad. Nadat ze een
'pintje' wijn achterover hadden geslagen gin
gen Willem en z'n vrouw richting de herberg.
Daar aangekomen sloegen de stoppen door.
Zonder een woord te zeggen stak hij Pieter
Lassaan neer.
De heren stads-doctors en chirurgijns
omschreven in het verslag van de rechtzaak
nauwkeurig de weg die het mes had afgelegd
in het lichaam van Pieter Lassaan: '...gee-
Den Spiegel, juli 1995
15