vende hem eerst een steek in de linkerzijde, gaande dezelve quetsuur schuins in de lin kerzijde tusschen de eerste en tweede van de vallse ribben, van boven ingaande horison- taal in den thorax (borstkas),...verders in de maag...vandaar weder uitgaande uit de maag in de holligheid van des linker kwabbe van de lever alwaar omtrent een duim diep dezelve was penetreerende'. Het laatste onderdeel was in ieder geval volgens de dok toren dodelijk. Pieter Lassaan overleefde deze aanslag dan ook niet. Baljuw Cornelis de Normandie vond dat dit zaken waren die zeker niet in een stad als Vlissingen geduld konden worden. De dader zou zwaar en anderen 'ten exempel' gestraft worden. Hij eiste dat Willem Valenske gehangen werd aan de galg die voor het stadhuis (op de Grote Markt) opgericht zou worden tot de dood er op volgde, daarna moest hij ook nog eens buiten de stad gehangen worden. Ook veroordeelde de vierschaar hem in de gemaakte kosten maar daar zal zijn vrouw meer problemen mee hebben gehad dan hij zelf. Burgemeesters en schepenen weken iets af van de eis van de baljuw en vonnisten dat de dader door de scherprechter op het schavot voor het stadhuis '...door denzelven met het zwaard te werden gestaaft dat er de dood navolgt'. 'Vleeselijke conversatie' Op vier december 1714 beviel Anna Rooselaer van een kind. op zichzelf niets bij zonders ware het niet dat Anna ongehuwd was. Nu was het vaak zo dat bij vrouwen in 'barensnood' vaak de naam van de vader werd losgepeuterd, zo ook bij Anna. In de aanwezigheid van de stadsvroedvrouw Marijken Lourens en andere vrouwen die assisteerden verklaarde ze dat zij door Jacob van Nispen was 'geimpregneert en bezwan gert geweest'. Enige tijd later moest Anna dit ook onder ede verklaren voor de burgemees ters en schepenen, daar getuigde ze dat ze met Jacob van Nispen ooit 'vleeselijk hadde geconverseert'. Nu was er niet alleen een kind maar ook een schandaal geboren. Jacob van Nispen was namelijk raad, en oud-sche pen. Daarnaast was hij majoor van de burge rij en ouderling geweest van de gereformeer de kerk. Een persoon die gezien z'n functies hoog te paard zat en dus een voorbeeldfunc tie had, zeker in een tijd waarin tucht en zedelijkheid hoog in het vaandel stonden. De burgemeesters en schepenen spraken van een 'vuilen schandaad'. Johan van Buitenhem, baljuw eiste uitzetting uit zijn ambt daarnaast een boete van tweehonderd ponden Vlaams (1200 gulden), enige tijd zit ten op water en brood en ook nog eens ver banning uit het land. De uitspraak was con form de eis, alleen volgde er geen verban ning. Overigens was er in dit geval ook de hulp ingeroepen van 'onafhankelijke' rechts geleerden. Toch was er iets merkwaardigs aan de hand met dit vonnis. Een proces van een ongehuwde vrouw tegen een getrouwde man was meestal voor de ongehuwde vrouw een kansloze aangelegenheid. Van voorbeel den uit Leiden weten we dat van de 11 maal dat er van een dergelijke verhouding sprake was er 9 maal in het voordeel van de man gevonnist werd. Maar ook Van Nispen liet het er niet bij zitten en ging in hoger beroep bij het Hof (Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland). Een reden die de 'normale' gang van zaken kon doorkruisen was ruzie en nepotisme tussen de regenten. Waarschijnlijk was dit ook het geval in het proces tegen Van Nispen. Zo verklaarde Van Nispen dat het onder regenten niet onge woon was '...uyt beschuldiginge, hoe seer rustende op ongefundeerde gronden en opge raapte voorgevens eenig genot en profijt voor haer oft voor hare vrindschap te kunnen halen'. De één zijn dood de ander zijn brood was ook hier van toepassing. In ieder geval zag het Hof brood in deze redenering een deed het vonnis teniet. Slot De bemoeienis van de stedelijke regering met de rechtspraak hield op te bestaan in 1808. Het jaar waarin Vlissingen door de koning van Holland werd afgestaan aan de keizer van Frankrijk. Voortaan zou Vlis singen ressorteren onder het Departement van de Schelde, arrondissement Eecloo. Het stedelijk bestuur werd ontbonden en vervan gen door een Maire en twee adjuncten. Ook de rechterlijke colleges werden ontbonden, daarvoor in de plaats benoemde men een Vrederechter die deel uit maakte van een 16 Den Spiegel, juli 1995

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1995 | | pagina 16