Herinneringen aan het notariskantoor
1 april 1955 - 1 juni 1992. Dit is de periode waarin ik werkzaam was op het
Vlissingse notariskantoor. Aanvankelijk bij notaris J.L. Verhagen, daarna bij
notaris Beyer en het laatst bij notaris mr A. J. Sauer.
Het voorlezen van het testament (spotprent uit het begin van de 19e eeuw)
Toen ik op 1 april 1955 begon kon ik niet ver
moeden dat ik er zo lang zou blijven werken,
maar nog minder, dat er in het notariaat
zoveel zou veranderen.
Misschien is wel symbolisch de entree van
het kantoor. Aanvankelijk een werkelijk heel
hoge drempel en nu een helling. Dus voor
iedereen toegankelijk.
Momenteel zijn er niet veel mensen meer die
nog nooit met een notaris te maken hebben
gehad. De welvaart heeft er voor gezorgd dat
heel veel mensen een huis kunnen kopen.
Als er iemand komt te overlijden is er meest
al wel iets nagelaten. Jonge mensen die gaan
samenwonen, nu heel gewoon, gaan naar de
notaris voor een samenlevingscontract. Een
testament maken kan ook veel onheil voor
komen. Ouders regelen nu vaak bij testa
ment de voogdij over hun kinderen, mochten
ze beiden overlijden voor de kinderen meer
derjarig zijn. Hoewel er nu nog mensen zijn
die ieder dubbeltje moeten omdraaien zijn er
nu veel meer die iets bezitten en daar zo
goed mogelijke regelingen voor willen tref
fen. Door de media (bijv. de notaris die op de
televisie de fiets van zijn zoon leent) artike
len in kranten en tijdschriften en lezingen
die gehouden worden voor verenigingen,
wordt men vaak op een idee gebracht. Ook
kun je op elk notariskantoor begrijpelijke
folders vinden voor alle mogelijke situaties.
Terug naar mijn begintijd. Wel hetzelfde
gebouw, aan de buitenkant gezien, maar met
tuin achter en opzij. Binnen heel anders. Het
aantal mensen dat er werkte ongeveer het
zelfde. Plaats genoeg. Nu een groot kantoor
aangebouwd. Het was nodig, want de
"machines" vragen zoveel plaats dat de men
sen er niet meer bij konden.
Den Spiegel, juli 1995
7