De naam jongelui's testament was ontstaan in de tijd dat man en vrouw niet automatisch van elkaar erfden. Als men in die tijd iets bezat en wilde dat dat bij overlijden van de een naar de ander ging moest je wel een tes tament maken en dat gebeurde dan als men ging trouwen en dus meestal nog tot de jon gelui behoorde. Wat ik niet prettig vond met betrekking tot testamenten is het schrijven, dan wel getui gen, bij het passeren van een testament aan het bed van iemand die zo ziek was dat het einde niet veraf was. Soms moest het omdat er anders geërfd zou worden door mensen die wettelijk wel, maar feitelijk niet de juiste personen waren. Ik vond dat iemand die zo ziek was niet meer moest worden lastig gevallen met deze zaken. Ik dacht dan vaak: had, indien mogelijk, toen je nog gezond was je testament gemaakt. Het afschrift daarvan had diep in de kast opgeborgen kunnen wor den, het origineel werd door de notaris in de kluis bewaard en vergeet het en leef gewoon door. Maar ja, ik heb gemakkelijk praten. Ik wist door mijn werk dat testamenten tiental len jaren later pas uitgevoerd moesten wor den. Gezegeld papier is ook iets uit het verleden. We hadden gezegeld papier van 0,50, 1,00 en 2,00. De waarde hing af van het formaat. De meeste akten werden getypt/geschreven op dubbel A4 formaat en zo'n vel kostte 2,00, gerekend naar de geldwaarde toen, niet goedkoop. Dit papier kocht je bij de ontvanger der belastingen. Ook toen al een manier om geld in de schatkist te krijgen. Als je fouten maakte (gummen of weglakken mocht niet) had je een "verschreven" zegel. Omdat de akte (in notaristaai "de minuut") en het afschrift met gebruik van carbonpapier in één keer werden getypt, betekende dat twee verschreven zegels. Uiteraard verdwenen die niet in de prullen mand. Deze zegels werden verzameld en ééns in de zoveel tijd leverde de notaris die in, onder bijvoeging van een verklaring -door hem zelf ondertekend- waaruit moest blijken dat deze zegels niet gediend hadden tot een akte. Zou men bang geweest zijn dat de nota ris oude aktes uit elkaar zou peuteren om Miniatuur notariskast van Delfts Blauw Aardewerk, witbakkende klei met blauw glazuur; 17de eeuw het geld van de zegels terug te krijgen? Of was men bang dat hij gepasseerde akten zou veranderen? Ik denk, het laatste. Omdat op de verschreven zegels de initialen voorkwa men van degene die de akte had gemaakt en van degene die ze getypt had, kon de notaris zien wie van de typistes de grootste ver schrijfster was. Als men kon aantonen dat een akte niet was doorgegaan, dan wel om een of andere reden gewijzigd moest worden, was er niets aan de hand. Het gebruik van carbon had vroeger nog al eens de eigen schap te vlekken. Dat was niet alleen verve lend, maar ook lelijk. Er bestond geen pro baat middel. Tot de inventaris van ons kan toor behoorde een klein blikje waarin een zakje talkpoeder werd geleegd. Door het afschrift van de akte te behandelen met een watje talkpoeder, was het euvel verholpen. De notariële vlekvoorkomer! Met een gommetje mocht je helemaal niet aan een akte komen. Alle aktes (met enkele uitzonderingen) moesten binnen tien dagen ter registratie worden aangeboden bij de Den Spiegel, juli 1995 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1995 | | pagina 9