Geleidelijk kwamen er meer patiënten en
ontstond er plaatsgebrek. De zusters ver
huisden naar de zolder om beneden plaats te
maken voor een operatiekamer. In 1908 ves
tigde dr. Staverman zich in Vlissingen en hij
zag de mogelijkheden. Ook de zusters die
steeds meer patiënten te verzorgen kregen,
voelden de behoefte aan een eigen zieken
huis naast het bestaande weeshuis en ver
zochten het bestuur of daar wat aangedaan
kon worden. Dat zou in 1911 gaan gebeuren.
Een van de andere zorgen door de groei van
de bevolking was het onderwijs. De meisjes
school onder leiding van de zusters uit
Roosendaal groeide verder uit.
Het naar Vlissingen gekomen personeel van
het Belgische Loodswezen verlangde katho
liek onderwijs. Daartoe bestond reeds de
Belgische school van de heer Goemans. Deze
school werd ingebracht bij de aanvraag tot
het stichten van een parochiale jongens
school in 1869. Dat was mogelijk geworden
door het Bisschoppelijk Mandement over bij
zondere scholen van 1868.
Zo bestonden rond 1870 twee scholen: de
meisjesschool, aan de Bierkaai, en de jon
gensschool, voorlopig aan de Korte
Walstraat. De leerplicht kwam pas in 1900
en de gelijkschakeling van openbaar en bij
zonder onderwijs volgde in 1920.
Al snel werd de jongensschool te klein en de
huisvesting voldeed niet. Maar toen onder de
schoolwet van 1889 ook de bijzondere scho
len onder subsidieregeling kwamen te val
len, kon men aan de slag met nieuwbouw. In
1902 besloot men in de Glacistraat een
school te bouwen en men kreeg van de
Bisschop van Haarlem toestemming om de
benodigde grond van de gemeente aan te
kopen. De R.K.-Volksbond dringt er op aan
de plaatselijke aannemers en werklieden
hier zo veel mogelijk bij te betrekken. In
augustus 1903 is men met de bouw gereed.
Het is een school met zeven lokalen, maar de
narigheid is dat, zelfs in de zomer bij warm
weer, de ramen gesloten moeten blijven van
wege het lawaai dat door de K.M.S. wordt
veroorzaakt. Ook de meisjesschool is overbe
volkt en men gaat met de gemeente in over
leg voor nieuwbouw. De gemeente wil wel
zijn medewerking verlenen, maar men moet
zelf de financiën rond zien te krijgen. Dit
lukt en zodoende koopt men een huis aan de
Bierkaai (nu de westzijde van het huidige
Bellamypark). Het wordt een gebouw met
acht lokalen dat in 1908 in gebruik wordt
genomen.
De tweede helft van de 19e eeuw werd heel
Europa beheerst door de opkomst van het
liberalisme en het socialisme. De kerkelijke
leiding zocht naarstig naar een positiebepa
ling van de katholieken in deze stromingen.
Zo verscheen in 1891 de encycliek "Rerum
Novarum" van Paus Leo XIII.
In Vlissingen zat het kennelijk ook in de
lucht, want in 1890 wordt St.Willibrordus
als eerste vakbond voor timmerlieden opge
richt. Deze vakbond was de eerste in de stad.
Uit St. Willibrordus ontstond in 1893 de
muziekvereniging St. Ceacilia. In 1899 ont
stond de R.K. Metaalbewerkersbond St.
Eloy. Dit alles had tot doel de arbeidsom
standigheden van de werknemers te verbete
ren. Daarom werden ook in die tijd diverse
verenigingen opgericht die het geestelijk en
maatschappelijk leven in de parochie kon
den verrijken. Op deze wijze trachtte men de
jeugd te motiveren en ze anders dan met
werken een bredere kijk op de maatschappij
te geven. Door sport en spel en met aanslui
ting bij andere landelijke organisaties op
R.K. basis. Het gebouw van de St. Vincen-
tiusvereniging herbergde zowel het meisjes
als het jongenspatronaat. De pastoor of ka
pelaan was altijd voorzitter of geestelijk ad
viseur van een dergelijke vereniging. Maar
niet alleen bij de jeugd, ook op het terrein
van de woningbouw wilde men een woordje
meespreken. Dit was voor de werknemers
die van buiten Vlissingen kwamen en die
woonruimte zochten wel zo gemakkelijk,
omdat men in die tijd eerder een beroep deed
op de pastoor dan op de gemeente. Kwam
men vanuit Brabant of elders uit Zeeland, en
was men katholiek, dan had de pastoor van
de vorige parochie meestal de pastoor van de
nieuwe parochie op de hoogte gesteld dat er
nieuwe parochianen aankwamen.
Den Spiegel, oktober 1995
17