twee ramen, de zgn. vredesramen. In de
twee vredesramen staan de namen van de
gesneuvelde Belgische parochianen uit
Vlissingen. Tussen 1919 en 1920 gingen de
meeste Belgische vluchtelingen weer terug
en dat had voor Vlissingen en voor de
parochie een nadelige invloed.
De eerste steenlegging van de "bij"kerk aan
de Singel op 25 maart 1911 door de Deken
van Zeeland monsiegneur J.M.J. Baede
In 1911 gebeurde er nog meer. Voor de toege
nomen ziekenzorg waren nieuwe voorzienin
gen nodig. Men vroeg toestemming aan de
bisschop tot het aangaan van een lening om
de bouw van een ziekenhuis te kunnen
starten. De toestemming werd verleend en
men kon een aanvang maken met de bouw
naast het weeshuis aan de Van
Dishoeckstraat. Op 7 januari 1913 werd het
officieel geopend onder de naam "St.
Josephziekenhuis". We moeten ons hierbij
realiseren dat het parochiële Armbestuur na
alle zorg voor de wezen en arme "oudelie-
den", nu ook de ziekenzorg op zich heeft
genomen. En natuurlijk steunde het armbe
stuur op de parochianen. Bovendien had
men, door de omstandigheden gedwongen -
er was einde 19e eeuw nog veel armoede in
Vlissingen - een aantal huisjes aangekocht
waarin men behoeftige en mindervermogen-
den een onderdak kon geven tegen een voor
hen betaalbare huur. Tevens probeerde men
aan de armen zoveel mogelijk steun te verle
nen voor zover de geldelijke middelen aan
wezig waren. Met de bouw van het zieken
huis was weer een stuk sociale verbetering
gerealiseerd en groeide men met de gemeen
te mee naar de geest van de tijd. In 1875 was
de Kon. Mij. de Schelde opgericht waar dr.
Staverman als arts aan verbonden was. Dit
gaf voor het ziekenhuis de mogelijkheid om
te groeien. Het was voor de fabriek de snel
ste weg bij eventuele ongelukken om patiën
ten onder te brengen. Dit tot ergernis van
het gasthuis waardoor meningsverschillen
niet uitbleven. Dr. Staverman lag voortdu
rend overhoop met het gemeentelijke gast
huis en hij kon in het St. Josephziekenhuis
steeds rekenen op steun voor nieuwe plan
nen en wensen. Zo werd het St.
Josephziekenhuis telkens aangepast aan de
eisen der tijd, terwijl het gemeentegasthuis
steeds achter bleef. In beide ziekenhuizen
ontstond veel ruimtegebrek, zeker door het
uitbreken van de oorlog 1914-1918, toen de
Belgische vluchtelingen zich hier vestigden.
Onder de andersdenkenden leefde inmiddels
ook de behoefte een ziekenhuis te bouwen,
daar zij liever niet in een ziekenhuis van
R.K. signatuur wilden verblijven. Er is heel
veel te doen geweest eer men tot de bouw
van Bethesda, het protestants-christelijke
ziekenhuis, is kunnen komen. Eén ding
staat echter als een paal boven water: de ver
zorging in het St. Joseph-ziekenhuis door de
zusters en later ook de leken, stond in zeer
hoog aanzien.
In 1911 hadden de zusters van de meisjes
school naast het zusterhuis een pand aange
kocht en begonnen daarin "De St. Anna
Bewaarschool". Dit zal later uitgroeien tot de
kleuterschool. Als in 1918 de meisjesschool
uitgebreid wordt tot MULO-school en in dat
jaar ook een mode-vak school is begonnen,
wordt het gebouw te klein. Ook de jongens
school zal moeten worden uitgebreid tot een
9-klassige MULO. Er wordt besloten daartoe
een lokaal bij te bouwen aan de school in de
Glacisstraat. Opvallend is dat men over
weegt om in het 8e en 9e leerjaar jongens en
meisjes gezamenlijk onder te brengen, hoe
wel het in die tijd niet gebruikelijk was coë-
ducatie toe te passen. Ook was men reeds
bang dat de Belgen zouden vertrekken en
het aantal leerlingen drastisch zou dalen. In
1921 is de jongensschool dusdanig overbe
volkt dat men moet uitbreiden of een nieuwe
Den Spiegel, oktober 1995
19