Enkele opmerkingen over de oudleraar aan de "Rijks HBS met vijfjarige cursus" te Vlissingen, de heer De Waard, (zie foto) De heer C. de Waard, door ons oneerbiedig Kees genoemd, behoorde tot de docenten, die vanaf het begin verbonden waren aan de school. Hij had veel bevoegdheden en heeft les gegeven in de volgende vakken: wiskunde, mechanica, natuurkunde, scheikunde, cos- mografie en gedurende de laatste jaren van zijn lerarenloopbaan voornamelijk plant- en dierkunde. Dit deed hij met een goed dictaat opgesteld door dhr. Spuyman, die een tijd behalve natuurkunde en scheikunde ook plant- en dierkunde gaf. De heer De Waard was uitzonderlijk intelligent. Hij was een geleerde van internationaal niveau, alleen hadden wij dat als leerlingen aanvanke lijk niet in de gaten. Hoe ongelooflijk knap hij was, werd ons pas duidelijk, toen wij op een maandagmorgen, ik meen 1937, bijeengeroepen werden in de aula (gymnastieklokaal), waarbij behalve het totale leraren korps ook twee "notabelen" aanwezig waren, nl. de burgemeester, de heer Van Woelderen en "de" notaris de heer Paap. De directeur, dr. De Noo, B. zn. (B. zn. betekende Bernhard zoon maar had niets met Prins Bernhard te maken), hield een doorwrochte toespraak in verband met het heuglijk feit, dat het weekend daarvoor bekend was geworden, dat de toenmalige president van Frankrijk, Lebrun, de laatste president van de Derde Republiek, het behaagd had aan de Vlissinger C. de Waard een van de allerhoogste onderscheidingen te geven. Dit vanwege de publikatie van twee wetenschappelijke boeken, gebaseerd op de werken van Pascal. Ieder boek had de afmeting van een flink telefoonboek. Volgens de heer De Noo, moesten van toen af aan, studenten die wiskunde studeerden aan de Sorbonne in Parijs, deze boeken bestudeerd hebben, voor het behalen van hun bul. Het toeval wil, dat ik met de Franse taal nog al wat te maken heb gehad. Ik ben de mening toegedaan, dat het aantal Nederlandse docenten in Frans, - niet van Franse of Belgische afkomst -, dat in staat is een boek in het Frans te schrijven vermoedelijk op de vingers van een hand is te tellen. Cornells de Waard deed dit van achter zijn houten schrijfbureau in zijn bescheiden woning aan het Oude Marktje, blijkbaar zonder al te veel moeite. Verder was hij volgens onze geschiedenisleraar dhr. Imhoff vermoedelijk beter thuis in de geschiedenis van de Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden dan wie ook in Nederland. Toevallig hoorde ik ongeveer 15 jaar geleden nog iets totaal anders over hem. Op een ouderavond van het Erasmiaans Gymnasium in Rotterdam, hield dhr. Van der Blom, een top classicus, een inleiding over een boek, dat hij over Erasmus aan het schrijven was. Daarbij maakte hij gewag van de zeer verdienstelijke Zeeuw C. de Waard, die het Hooglied ver taald zou hebben. Ik heb hem hierover benaderd en het bleek inderdaad onze Kees te zijn. Het merkwaardige van die publikatie was blijkbaar, dat het vertaald was van het Latijn in het Frans. Als ik goed ben ingelicht zouden een ervaren classicus en een ervaren docent in Frans dat teza men nauwelijks aangekund hebben. En ook dat ging hem blijkbaar zonder al te veel moeite af. Als er één oud-Vlissinger is, die het verdient om uitvoerig belicht te worden, dan is het wel Cornelis de Waard. Er moet wel wat haast mee gemaakt worden, want het aantal oudleerlingen dat hem nog herin nert begint beperkt te worden. Ludo F. Dert 32 Den Spiegel, oktober 1995

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1995 | | pagina 32