plaats. Sint Jacob was zelf geen pelgrim,
maar wegens de faam van Santiago de
Compostella als bedevaartsoord wordt Sint
Jacob steeds uitgebeeld met de kenmerken
de symbolen van een pelgrim, te weten de
pelgrimsstaf, de veldfles en de tas. Later
wordt daar een schoudermanteltje (pelerine)
aan toegevoegd en een grote flaphoed met
een opgeslagen voorrand,vaak versierd met
grote Sint Jacobsschelpen. Deze bekende
schelpen werden op het strand van Galicië
gevonden, op de plaats waar Sint Jacob aan
land werd gebracht en zo speelden zij ook
nog een rol in de legende. Ze werden vaak
meegebracht als reissouvenier. Ook werden
ze in het klein nagemaakt in tin of in git en
in Santiago als pelgrimsinsignes verkocht
om bijvoorbeeld aan de rozenkrans te rijgen.
Aan deze uitmonstering was de pelgrim al
van verre te herkennen en genoot hierdoor
een bepaalde bescherming.
In Zeeland zijn nog twee van deze heiligen
beelden te zien in de kerken van Nisse en
Sint Jacob met pelgrimsstaf flaphoed,
pelerine, St. Jacobsschelpen en veldfles
Brouwershaven. Zij hebben de beeldenstorm
overleefd omdat ze onbereikbaar hoog tegen
het gewelf zijn geplaatst.
Van het beeld van Sint Jacob in onze kerk is
niets meer bekend, maar wat let ons het
opnieuw op te richten.
De bedevaart.
In de laatste tien tot twintig jaar zijn er in
Zeeland zoveel pelgrimsinsignes gevonden
dat het duidelijk wordt dat de bedevaarten
en de pelgrimstochten in de middeleeuwen
veel belangrijker waren dan tot nog toe
werd gedacht. Bij de Grote Kerk van Veere,
een Onze Lieve Vrouwe kerk, zijn twee pel-
grimsinsinges gevonden, gesneden uit git, de
zogenaamde azabaches. Ook tinnen insignes
vond men hier en er komt steeds meer aan
dacht voor de Zeeuwen, die in de middeleeu
wen naar Santiago zijn gegaan, of gestuurd,
want zo'n pelgrimstocht werd ook vaak als
straf opgelegd, als boetedoening, maar ook
erg practisch want dan was men dat lastpak
een poosje kwijt. Er zijn berichten dat rijke
of gebrekkige pelgrims de reis geheel of
gedeeltelijk per schip hebben gemaakt.
Vlissingen beschikte over een betrouwbare
veerdienst naar de noordkust van Spanje,
waarmee Karei V en Philips II de reis van
het hof in Brussel naar Madrid maakten en
er zullen zeker ook pelgrims van deze ver
binding gebruik hebben gemaakt.
Een pelgrimstocht had alleen zin als tevoren
de biecht was afgelegd en dan werden tege
lijkertijd de pelgrimsattributen gezegend
volgens een vaste ceremonie. Dat zal onge
twijfeld ook in de Sint Jacobskerk zijn ge
beurd voordat men zich inscheepte.
De pelgrims kwamen de stad binnen door de
Blaauwpoort, liepen dan door de Sint
Jacobsstraat naar de kerk en konden zich
nadien inschepen in de haven op de plaats
van het Bellamypark of werden vanaf het
Westerhoofd naar de schepen overgebracht,
die reeds op de Reede lagen te wachten op
een gunstig tij of een gunstige wind. Er was
vanouds een Gasthuis waarin de pelgrims
konden overnachten. Dit is allemaal zo voor
stelbaar dat ik denk dat Vlissingen een etap
peplaats is geweest in de pelgrimsroute naar
Compostella. De geschriften hebben ons ech-
Den Spiegel, oktober 1995
5