die in de omgeving van Keulen werden
gebakken. Met een draagkoord en een ver
siering met leeuwenmaskers. Maar als de
welvaart toeneemt verschijnt er steeds
vaker een zilveren sierkruik in het wapen,
die men ook pelgrimskruik noemt omdat hij
afgeleid is. Net zoals de bisschopsstaf een
"veredeling" is van de eenvoudige houten
herdersstaf. Het draagkoord is vervangen
door een brede gouden ketting, ook de leeu
wenmaskers zijn van goud en de stop van de
fles is vervangen door een klein gouden
kroontje (de eerste kroonkurk). Dit ver
klaart tevens waarom er in het wapen van
Vlissingen twee kronen voorkomen.
Sint Jacob leeft dus nog steeds voort in het
stadswapen, in de naam van de parochie en
in de Sint Jacobskerk.
A.H. van Dijk.
icUrnjr
•AvM o xm aA.'
JO.X Viryy
int
ktr- A
H H.'I Vclp ixjruu i"~T
p.4\ T-it-
loa.; T~ -vVy o
ti 'ruinoroj
j
lonvi m n»j
-yl? i -r»l_
F\vvs,_\ -T-tVWWxJ-
«!v.t4 \rkxva.nA.
(b "cb t nvm; Oxrxt-xé tu/t
r'YvxA.Arw»v? Ivot— ovwv; Ol/Xvl'
tul -Kixhact
ll_
•XtOTi
tv" x>vnr»5 miww
Wapen van Vlissingen 1584
Den Spiegel, oktober 1995
7