Een Vlissings apotheek verhaal
Drs. H.M. Snoek
Apotheker
Iedereen die als kind door de Badhuisstraat in Vlissingen heeft gelopen, zal onge
twijfeld eens een gefacineerde blik door de raampjes in het souterrain van
Apotheek Van de Sande hebben geworpen. Ik ook.
Een eindje verderop, aan de overkant, kon je toen tevens, door groen kippegaas, in
het souterrain gluren van het tandtechnisch laboratorium van de heer Wijnen. Dat
was net zo spannend.
Als zoon van een loods werd ik op 13 augus
tus 1954 geboren in de Paul Krugerstraat
217, niet vermoedend dat ik ooit een stukje
voor Den Spiegel zou leveren over het 100-
jarig bestaan van Apotheek Van de Sande.
De flat in de Paul Krugerstraat bestaat ook
nog steeds. Sinds een paar jaar woont daar
toevallig, op dat zelfde nummer 217, Nel
Quispel een assistente van me. Zij is begin
zestig en heeft de tijd van poeders en pillen
volop meegemaakt. Zij is dan ook degene die,
nog met de hand, de bruine pillen draait voor
een oude dame, de laatste der echte pilge-
bruikers. Die pil helpt tegen epilepsie en
bevat carbamazepine, diphantoine en pheno-
barbital. Stoffen die nu elk afzonderlijk in
een tablet rechtstreeks van de fabriek
komen. De huidige bekende (anticonceptie)-
pil is eigenlijk geen pil, maar een tablet.
Na een paar jaar verhuisden we naar de Sint
Maartenlaan, een bouwrijp gemaakt wei
land waar al twee huizen stonden, die van
Schagen en Janse, ook beiden loodsen.
Lammerenburg en boerderij Paauwenburg
waren in de verte te zien; voor de rest wei
land met paarden op dertig meter van het
huis. Wij gingen eieren halen bij de familie
Aarnoutse en bereikten de boerderij via de
Koudekerkseweg. Aan de westkant liep een
vrij diepe sloot, die heel vies was en stonk,
want er kwamen allerlei afvoerpijpjes van de
aanliggende huizen op uit. Uit die leidingen
boogden sierlijke straaltjes afvalwater de
sloot in. Milieu bestond toen nog niet. Vanaf
de boerderij zag je de stad op een halve kilo
meter. Er werd gezegd dat te zijner tijd ook
de familie Aarnoutse wel weg zou moeten.
Dat kon ik als kind haast niet geloven.
School
Via het Fort liepen we met wat vriendjes
dagelijks naar de kleuterschool De
Kinderhoek aan het eind van de
Schuitvaartstraat, waar ik het helemaal niet
leuk vond. Je moest rare pantoffels aan en
die in je pantoffelzak aan de kapstok hangen
als je naar huis ging. Ook moest je allerlei
liedjes zingen. Bah.
Toen naar de lagere school aan de Rem-
brandtlaan. De Neutekak. Waarvan ik de
naam pas rond mijn twintigste ging begrij
pen. Er was op weg daarheen een snoepwin
kel van de familie Mercy, hoek Bonedijke-
straat/Hogeweg, die in de jaren zestig door
een sexshop werd vervangen en weer later
door een bank. Nu heeft dokter Crama er
zijn praktijk. Op de andere hoek, Hogeweg-
/Schuitvaartgracht, was de kapperszaak
gevestigd van Hieter, voor ons natuurlijk
Hitier, waar we voor f 1,- vrijwel kaal werden
geknipt. Na een paar jaar werd de prijs ver
hoogd naar f 1,05.
De LTS werd toentertijd gebouwd en daar
zaten hele grote jongens op met veel brom
mers, ze hadden vetkuiven en zwarte punt
schoenen. Daar waren we bang van, wantje
kreeg er wel eens een trap voor je hol mee.
In die tijd was ook niet alles pais en vree. We
hoorden dat Ambonezen en vetkuiven met
elkaar hadden gevochten bij het Kanaal en
dat er met fïetskettingen op elkaar was inge
slagen.
HBS
Mijn vader vond het best als ik timmerman
zou worden, want de LTS was lekker dicht
bij. Maar toen ik in de zesde klas hoorde dat
Den Spiegel, januari 1996
9