Na vele jaren aandringen van mijn kant gin
gen we als laatste apotheek in Zeeland in
1987 over op de computer. Toen namen wij
meteen de modernste opstelling, want we
hadden voor Zeeland de eerste koppeling
met de computer van een huisarts, namelijk
die van dokter Van de Griek. De computer is
nu de ruggegraat van de apotheek, zoals in
elk bedrijf.
Sinds 1-1-92 ben ik niet meer in loondienst
bij de heer Van de Sande, maar zijn wij een
maatschap aangegaan. Ik ben belast met de
leiding en draag alle verantwoordelijkheid;
hij heeft het recht om zijn werkzaamheden
tot nul terug te brengen. Tegenwoordig heb
ben we 22 personeelsleden. Mevrouw
Fourdraine-Soltys staat me bij als apothe
ker. Haar man, zoon van rustend apotheker
Fourdraine in Oostburg, is hoofdassistent.
Daarnaast zijn er twaalf apothekersassis
tentes, twee dames op het kantoor, drie
dames in de huishoudelijke dienst, de bezor
ger, de heer Van Eekelen en last but not least
in "het winkeltje er naast" de heer Van Liere
als drogist en bandagist, bijgestaan door
mevrouw Van Emmerik.
Niet iedereen werkt fulltime. Teruggerekend
op 38 uur, werken er 17 mensen, exclusief de
heer Van de Sande, zijn vrouw en ik zelf. We
zien de heer Van de Sande gelukkig nog
dagelijks in de apotheek. Hij heeft zijn werk
zaamheden teruggebracht tot het sorteren
van de post en heeft hiervoor ter hoogte van
de vergiftkast met de doodskoppen zijn eigen
plekje, waar hij zichtbaar geniet van de
atmosfeer, de geur, het beeld en de geluiden
van zijn levenswerk.
15e eeuwse houten apothekerspotten.
Op 30 juli 1937 werd in de Deurloo dwars voor Westkapelle een zware houten kist opgevist, daterende uit
het eerste kwart van de 15e eeuw. Naast munten, een muntgewichtdoosje, wastafeltjes bevatte de kist een
zestal houten potten met schroefsluiting. De inhoud hiervan bestond o.a. uit kiespijnwortel (Rhizoma
Galangae). Deze lindehouten apothekerspotten, die oorspronkelijk beschilderd waren, zijn de oudst bekende
ter wereld Hoog: 80-105 mm, diameter 58-74 mm.
collectie Stedelijk Museum Vlissingen
12
Den Spiegel, januari 1996