wéér worden gevraagd. "Ik sta al in de com puter". Juist, maar om deze gegevens eruit te krijgen, moeten wij ze er eerst toch weer inbrengen. Jarenlang heb ik de administratie alleen gedaan, kasboek, rekeningen tikken, etc. Het kwam wel eens voor, dat ik even bij sprong bij het aannemen van recepten gedu rende de drukte van het spreekuur. Iemand noemde zijn naam en ik vulde het adres aan. "Maar mevrouw, dat was 20,30 jaar geleden, nu woon ik..." Sinds het invoeren van de computers is "even" helpen niet meer moge lijk. Er is een aparte administratie-afdeling, met eigen krachten en vooral computers. Eerst vond ik dat voortdurende achtergrondge- zoem heel hinderlijk. Tot ik me herinnerde dat ik, als ik op een schip meevoer en boven in de kajuit een soortgelijk geluid uit de machinekamer hoorde komen, ik het wel leuk vond. Toen apotheker Van de Sande in 1947 in de apotheek kwam, waren er 10 a 12 flesjes met homeopathische geneesmiddelen. Daar de Zeeuwen - evenals de bewoners van de Zaanstreek - bekend staan om hun voorlief de van de homeopathie, was er veel vraag naar. In de apotheek mocht geen "neen" wor den verkocht. Het deed er niet toe waar het gevraagde geneesmiddel vandaan moest komen. Het kwam er. Het assortiment breid de zich uit. Kasten vol, van allerlei firma's, uit allerlei landen. Ook kruiden en chemicaliën, veelal onrenda bel, werden toch ingekocht. De apotheek kreeg daardoor de naam, dat men er altijd terecht kon. Ditzelfde geldt voor geneesmiddelen voor schepen. Bij vertrek van elk schip uit de haven van Vlissingen komt de Scheepvaartinspectie aan boord. De scheeps- medicijnkast moet voldoen aan de stan- daardlijst, die door de World Health Organisation te Genève is vastgesteld. Bijna alle landen hebben dit besluit ondertekend. Duitsland, Nederland en Noorwegen hebben een eigen lijst als wet voor schepen, varende onder die vlag, aangenomen. In december 1977 werd apotheker Van de Sande officieel benoemd door "the Directo rate of Health Services" te Oslo als controle rend apotheker voor Noorse schepen in Zeeland en Vlaanderen. Van vrienden uit Oslo kregen wij prompt een fotokopie van het betreffende stuk toegestuurd. Zij hadden het in de krant gelezen. Voldoet de scheepsmedicijnkast niet aan de officiële eisen, dan geeft de Scheepvaart inspectie geen toestemming het ruime sop te kiezen. Hierdoor komt het verzoek tot aan vulling van de ontbrekende geneesmiddelen vaak op het laatste moment voor vertrek. De apotheker ging dan zelf aan boord om te beoordelen wat moest worden aangevuld. Nu is hoofd-assistent Coen Fourdraine met de controle en levering van geneesmiddelen aan schepen belast. De etiketten en rekeningen zijn voor zover mogelijk in de computer voor geprogrammeerd. In de 50er, 60er en 70er jaren werden etiketten en rekeningen op de schrijfmachine getikt. Ik zal me altijd blijven herinneren, dat een Duits schip, dat bij de Mij. "De Schelde" in orde werd gebracht, een geheel nieuwe medicijnkast moest hebben. Met Duitse benaming en gebruiksaanwijzin gen. Na een week werd alles afgeleverd en toen bleek dat het schip inmiddels aan Grieken was verkocht, die geen woord Duits spraken. Wij moesten alles opnieuw in het Engels opstellen. Gelukkig was er voldoende tijd. Dat was wel eens anders. Een schip in de haven van Borssele gaf 's middags de order door. Het moest de volgende ochtend om acht uur vertrekken. Dus eerst naar Borssele om vast te stellen wat ontbrak, dan in de apotheek alles klaarmaken en op tijd aan boord brengen. Dat werd nachtwerk en kwam dus neer op de apotheker en voor mij het "tikwerk" (etiketten rekening). Wij waren om vier uur 's nachts klaar. Het was een pikdonkere nacht zonder maan, met motregen. Nergens iemand te bekennen. Ik dacht: "Als we nu misrijden moeten we hier ronddolen tot het ochtend wordt". Maar gelukkig, we reden er rechtstreeks naar toe. Op een zaterdagochtend moesten er pakken geneesmiddelen naar de haven van Terneuzen worden gebracht. Daar kwam je bij het schip via huizenhoge stalen stellin gen. Windkracht acht. Gelukkig waren we Den Spiegel, januari 1996 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1996 | | pagina 21