bestuur van de Stichting Stadsherstel Vlis-
singen. Nu is hij nog als toehoorder aanwe
zig. Deze stichting heeft zich onder meer
sterk ingezet voor het open houden van de
Koopmans- en Vissershaven.
Aan de Stichting "Zeeland helpt Polen" heeft
hij heel wat tijd besteed.
Jarenlang is hij lid geweest van de Vaste
Commissie van Advies en Bijstand voor de
Oudheidkundige Verzameling van het
Stedelijk Museum te Vlissingen. Deze com
missie werd opgeheven door veranderde
bepalingen van de gemeente.
Met wijlen tandarts H.A. Reddingius heeft
Van de Sande door Vlissingen een nieuwe
politieke wind doen waaien door als leden
van de Boerenpartij in de gemeenteraad zit
ting te nemen.
Toen ik het hoorde, vroeg ik verbaasd:
"Waarom bij de Boerenpartij?"
Antwoord: "Ik heb een jaar of twee via TV en
radio politieke debatten gevolgd. De enige
partij die iets voor de middenstand, voor de
kleine zelfstandigen doet, is de Boeren
partij". Bovendien was het een partij waar
men zélf mocht beslissen. Ik herinner me,
dat mijn man eens met een probleem in de
gemeenteraad zat. Hij vroeg Koekoek om
raad, maar kreeg ten antwoord "Dat kan ik
niet beoordelen, U moet doen wat voor uw
gemeente het beste is en dat kunt U als
gemeenteraadslid beslissen." Dat was bij
andere partijen wel eens anders. Totdat het,
gezien zijn leeftijd niet meer geoorloofd was,
is hij steeds als plaatsvervangend lid van het
stembureau bij de verkiezingen in Vlis
singen aanwezig geweest.
Onze hobby's zijn nog altijd de apotheek en
alles wat daaraan vastzit. Bovendien het
verzamelen van boeken. Tijdens vakanties
gaan we altijd op zoek naar handelaren in
antiquarische boeken. Mijn man zoekt de
afdeling farmacie - met meestal weinig
resultaat -, botanie en wat verder enigszins
op zijn gebied ligt, op. Ik verdwijn in de
Italiaanse-literatuur-afdeling, met als
hoofddoel het vinden van een Divian
Commedia van Dante Alighieri (1256-1321).
Er wordt wel eens beweerd dat Dante zelf
apotheker zou zijn geweest. Dit is niet juist,
maar in die tijd was het noodzakelijk bij een
gilde ingeschreven te staan, wilde men poli
tiek actief zijn. En dat was Dante.
Hij heeft zich als beoefenaar van de filosofie
ingeschreven bij het gilde van "medici e spe-
ziali", waarbij ook de apothekers ingeschre
ven stonden. Een formele kwestie dus.
Wat ik me herinner uit vroegere tijden in
Vlissingen?
Vooral dat de elektriciteit regelmatig uitviel.
In de apotheek stonden overal kaarsen
klaar. Ook lantaarns op batterijen, maar die
waren altijd leeg als je ze nodig had. De tan
darts kwam langs want met een uitgevallen
boorapparaat kon hij zijn praktijk niet uitoe
fenen en de kapper niet zonder haardroogap-
paraat.
Het leidingwater dat naar chloor smaakte.
Als je nietsvermoedend je kopje thee bij het
ontbijt dronk, spuugde je het na de eerste
slok weer uit. In de apotheek moesten de
dranken met gedestilleerd water worden
gemaakt. Het water zou aangevoerd zijn
door schepen, waarvan de tanks met chloor
waren gereinigd.
En toen de Watersnood. Wij waren zaterdag
avond, 31-1-1953 (springtij), na een drukke
nachtdienstweek tamelijk vroeg naar bed
gegaan. We hadden niet naar de nieuwsbe
richten geluisterd en sliepen goed.
Bovendien komt water geruisloos binnen.
Zondagmorgen werd er hard gebeld. Onze
reactie: "Men denkt natuurlijk dat we nog
dienst hebben. Ze zullen het bordje met de
dienstapotheek wel zien". Men bleef bellen,
aanhoudend, dus ik uit bed. Zag van bovenaf
voor de deur twee mannen in regenkleding
en lange laarzen staan. "De oude stad staat
onder water, ook uw souterrain is ondergelo
pen". Ik schrok, vooral omdat het zondag
was en geen hulp te verwachten was. Ik zou
zelf moeten dweilen. Ik liep naar beneden
pakte een emmertje met dweil en daalde de
trap af. Na een paar treden stond ik tot mijn
knieën in het ijskoude water. Ik was nog
lang niet beneden, hier hielp geen dweilen.
Ik ging weer naar boven en keek toen pas
eigenlijk voor het eerst bewust naar buiten.
Den Spiegel, januari 1996
19