landen te verleene van de belegeringe der
stadt van Sluys...' maar ook: '...sijne godde-
lyck majesteyt oock vierichlyk te bidden dat
hem believe de zelve stadt (Oostende) van
haeren belegeringe te verlossen...'. Helaas
leidde deze bidstond niet tot het gewenste
resultaat; nog geen maand later nam
Spinola de stad in en kwam er een eind aan
het beleg.
'zieke en gequeste soldaten'
Het beleg had bijna drie jaar geduurd.
Gewonde en zieke soldaten van Staatse kant
bracht men veelal naar Walcheren om daar
verpleegd te worden in één van de
Gasthuizen. Dit gaf de nodige problemen
omdat de gasthuizen niet op zulke aantallen
berekend waren. Omdat de oorlog een zaak
was van de Staten Generaal (het ging dus
alle staten aan in de Republiek der
Verenigde Nederlanden) moesten ook de kos
ten betaald worden door alle staten (lees pro
vincies). De staten waren soeverein, alleen
in zaken van landsbelang zoals oorlog en de
buitenlandse politiek kwamen de Staten
Generaal bijeen om besluiten te nemen. Er
werd in de Staten van Zeeland dan ook het
nodige gesproken over de opvang van de sol
daten uit het leger. De afgevaardigden uit de
steden (Middelburg, Zierikzee, Goes, Tholen,
Vlissingen en Veere) kwamen natuurlijk op
voor hun eigen stedelijke belangen.
Reeds in augustus 1602 kwam de afgevaar
digde van Vlissingen in de Statenvergade
ring met de klacht dat er dagelijks horden
Engelse, Franse en Schotse soldaten in
Vlissingen kwamen om van daar getranspor
teerd te worden naar landen van herkomst
en die tot die tijd tot last kwamen van de
gasthuizen. In die zelfde maand verzonden
de Staten een brief naar de Raad van State
waarin o.a. stond dat ...'het landt van
Zeelandt zoo merckelyck ende buyten alle
proportie van de andere provintien is belast
geweest ende nogh is, met menighvuldige
ziecken ende gequesten, komende uyt de
Stadt van Oostende...daer van veele hier in
de Gasthuysen blyven, beloopende de kosten
van deselve als mede van medicynen, chirur-
gynen ende anders dat daer van dependeert
merckelycke somme van penningen zulcx
dat niet mogelyck en is dat wy eenige van
andere quartieren nogh zouden konnen ontf-
angen of hier in de gasthuysen accommode
ren...'. Het is duidelijk dat de maat vol was.
De gasthuizen klaagden dat ze niet uitkwa
men met de verleende bijdragen. Het
Gasthuis te Middelburg had becijferd dat de
inkomsten ver achter liepen bij de uitgaven
voor: ...'onderhout, daer inne begrepen
medecyns, chirurgyns, apothecarissen ende
andere onkosten uytgenomen de kleederen'
Het Middelburgse Gasthuis kwam met een
kostendekkend plaatje van 10 stuivers per
patient per dag, tegen een op dat moment
geldend tarief van vijf stuivers per patient
per dag. De Staten besloten dat de
Rekenkamer van Zeeland hiermaar eens
naar moest kijken. De heren van de
Rekenkamer rekenden wat zuiniger en kwa
men '...hoewel sy qualyck eenen seeckeren
voet hadden konnen nemen, mits de groote
discrepantie van de onkoste...' op zeven stui
vers per persoon per dag.
Het Gasthuis in Vlissingen
Het Gasthuis was gesticht in 1547 en lag
even buiten de Westpoort. De ingang was
aan de Koestraat, de achterzijde grensde
aan de walmuur. Het gebouw zou deze func
tie blijven houden tot 1823 toen het Groot
Heerenlogement in de Hellebardierstraat
(nu Gemeentearchief) als zodanig dienst
ging doen.
Het Gasthuis stond onder toezicht van de
diakonie van Nederduits gereformeerde
gemeente (lees Hervormde gemeente). Haar
zorg strekte zich uit over de armen, wezen
maar ook over passanten, zieke en gewonde
soldaten en pestlijders. Ook vondelingen en
gezinnen van varensgezellen vonden vaak
een plaats in het Gasthuis. Zo kon je in het
Gasthuis gasten van velerlei pluimage aan
treffen. Voor opname was wel een beschik
king nodig van Wet en Raad van de stad.
In dit Gasthuis kwam apotheker Pieter
Hagheman in de periode van april 1602 tot
augustus 1604 regelmatig zijn medicamen
ten afleveren.
De apotheker
In het begin van de 17de eeuw bestond het
apothekersgilde nog niet. Pas in 1674 zou
het gilde opgericht worden. Aanleiding om
zich te verenigen was de volgens apothekers
Den Spiegel, januari 1996
23