oneerlijke concurrentie van de chirurgijnen
die ook medicijnen gingen verkopen zonder
daarvoor de benodigde opleiding te hebben
genoten. In ieder geval werd in 1674 de nodi
ge stappen ondernomen om deze ongewenste
concurrentie uit te bannen. Maar ook hun
eigen winkel was aan strenge regels onder
hevig. Zo mocht een apotheker geen medicij
nen van buiten de stad betrekken als deze
ook binnen de stad bereid konden worden.
De Medicijnen zelf werden voornamelijk
bereid uit plantaardige stoffen zoals: wor
tels, zaden, bloemen en vruchten, maar ook
uit dierlijke stoffen en mineralen. Het zou
immers nog wel enige eeuwen duren eer er
medicijnen op synthetische basis gemaakt
zouden worden.
De familie Hagheman
Veel weten we niet van Pieter Hagheman.
Hij was afkomstig uit Opbrakel een plaatsje
in Vlaanderen. Wanneer hij precies in
Vlissingen verzeild is geraakt weten we niet.
Waarschijnlijk in het laatste decennium van
de 16de eeuw. In 1612 legde hij belijdenis af
van zijn geloof in de Nederduits gerefor
meerde gemeente van Vlissingen. Op dat
moment woonde hij in de Sint Jacobsstraat
waar hij leefde met zijn vrouw Adriaenke
Aerts. Voor beiden was dit het tweede huwe
lijk. Hun zoon Pieter stierf in september
1618. Pieter zelf stierf in 1630 zijn vrouw
volgde 20 jaar later.
De rekening van Pieter Hagheman
Zoals vermeld leverde Pieter Hagheman
medicijnen aan het Gasthuis. Daarin was hij
Pieter Leynssen opgevolgd. De rekening die
hij indiende bestond uit twee delen. Het eer
ste deel waren de medicijnen die 'geordi-
neert' waren door de doctores medicinae
Rembertus Dodonqus en Jeremias van Dale
voor het '...visiteren ende cureren van de
gequeste soldaten ende bootgesellen com-
mende so cranck ofte gequest uut de beleger
de stadt Oostende binnen deser Gasthuyse
Vlissinge'.
De doctores medicinae waren universitair
geschoold. Het tweede deel betrof medicijnen
die geleverd waren aan mr Jan Jasperssen,
chirurgyn van het Gasthuis. De chirurgijns
waren verenigd in een gilde en als zodaning
hielden ze ook de vakbekwaamheid in stand.
In het algemeen hielden de heren doctores
medicinae zich bezig met de inwendige
geneeskunde, terwijl de chirurgijns zich
meer met het uitwendige bemoeiden. In onze
rekening is goed te zien dat de chirurgijns
allerlei kruiden e.d gebruikten voor het ont
smetten van wonden om ontstekingen en
dergelijke tegen te gaan. De doctores medici
nae hielden zich meer met de reiniging van
het inwendige lichaam bezig; het purgeren,
het reinigigen van de spijsverteringskanalen
met behulp van de klisteerspuit om zodoen
de de schadelijke stoffen af te voeren. Ook
het aderlaten (het aftappen van bloed), het
innemen van zweetdranken en doorboring
van de schedel dienden om het lichaam te
zuiveren van schadelijke stoffen.
In totaal beslaat de rekening 26 folio's,
begint in april 1602 en loopt door tot februari
1604. Per afleveringsdatum worden de medi
camenten opgesomd met daar achter de prij
zen in ponden van 20 groten a 12 groten
Vlaams. ((1 pond 6 gulden, 1 schelling 30
cent en 1 groot 2,5 cent)
De totale rekening bedroeg 112 ponden en 5
schellingen wat neerkomt op 673,50. Om
de rekening uitbetaald te krijgen moest
Pieter Hagheman de nodige handtekeningen
verzamelen: Rembertus Dodonqus als me
dicus doctor, Jan Jasperssen als chirurgijn,
Johannes Jansen Smit als binnenvader in
het Gasthuis, en de diakenen Abraham
Dapper, Jorus van Dorste en Claes van
Heumen? aen ondertekenden de verklaring
dat Pieter de medicijnen had geleverd aan
het Gasthuis. Met deze verklaring kon
Pieter Hagheman naar 'het Hof van Zeeland'
in Middelburg alwaar de heren van de
Rekenkamer zitting hielden. Op 3 augustus
1604 kreeg ontvanger generaal Teelink de
opdracht om het verschuldigde bedrag te
betalen aan Pieter Hagheman. Op 20 sep
tember 1604 tekende Pieter voor ontvangst
van het bedrag: ontfangen by my onder
schreven uut hande van d'heer ontfanger
generael Teelynck de somma van hondert
twaelff pondt vijff schellingen volgens d'
ordonnanty op d' ander zyde, t' oorconde
geteeckent den 20sten september 1604.
Bij mij Pieter Hagheman, apoteker
Om een indruk te geven van zo'n rekening is
24
Den Spiegel, januari 1996