Onder leiding van de voortvarende burge
meester Winkelman werden plannen
gemaakt om Vlissingen weer een vooraan
staande plaats te geven. Net als in voorgaan
de eeuwen, toen kaapvaart en slavenhandel
tot een enorme welstand geleid hadden. De
Sloedam zou Walcheren uit haar isolement
als eiland verlossen. En een spoorlijn zou
Vlissingen direct verbinden met de rest van
Europa. Weliswaar lag het station wel wat
ver van de stad, maar dat was nodig om de
mailboten te gerieven. En voor de passagiers
van koninklijke bloede werd een speciale
ontvangstsalon ingericht.
Charles de Coster, de schrijver van Tijl
Uilenspiegel, is in 1873 te Vlissingen, en
geeft de heersende stemming als volgt weer:
"Vlissingen is beter gelegen dan Antwerpen.
We hebben van Vlissingen een handelshaven
gemaakt. We beheersen de Schelde. Dank zij
de strook grond die zich in het Vlaamse land
heeft gedrongen en die Zeeuws Vlaanderen
heet, kunnen wij in oorlogstijd de rivier
afsluiten. Maar oorlog is een incident, een
botsing van belangen, een onweer in het leven
der volken. Wij baseren onze berekeningen
dus op de normale toestand, die van de vrede.
Daarvan uitgaande hebben we het volgende
plan opgesteld dat al gedeeltelijk gereali
seerd is.Allereerst wordt Vlissingen ontman
teld, krijgt het een veilige haven, en wordt het
met Middelburg verbonden door een spoor
lijn en een kanaal. Voortgaande naar het oos
ten steken we daarmee dan Walcheren over,
nemen het Sloe door middel van een dam,
lopen heel Zuid-Beveland door, kruisen de
Ooster schelde, weer over een dam, en rukken
dan aan op Bergen op Zoom, waar wij ons
aansluiten bij de bestaande spoorlijn die
onze streek in directe verbinding zal brengen
met Duitsland. Zodra de haven van
Vlissingen veilig is (en dat zal ze worden, al
moet het ook miljoenen kosten), zal de grote
handel van Antwerpen die, evenals alle han
del ter wereld, zijn vaderland daar heeft
waar hij de beste zaken kan doen, naar
Vlissingen komen en Antwerpen overlaten
aan de kustvaarders. De andere landen zul
len dit voorbeeld volgen. Dat is slechts een
kwestie van tijd.
Op Walcheren zal Vlissingen, dat jonger is
dan Middelburg, de grote stad naar zich toe
trekken door het voordeel der ligging en door
zijn directe communicatie met de zee.
Middelburg zal naar Vlissingen komen langs
de straatweg die de twee steden verbindt.
Misschien zullen ze tenslotte zelfs één stad
gaan vormen, die groter zal zijn dan Antwer
pen, al blijft ze kleiner dan Londen.
De euforie van 1873 tijdens en direct na de
opening der inmiddels gereed gekomen
haven-, kanaal- en spoorwegwerken was nog
niet eens bekoeld toen het nieuws van een
nieuw te stichten scheepswerf zich ver
spreidde. Deze nieuwe werf" de Schelde" zou
onder leiding van de bekwame scheepsbou
wer Arie Smit bloei en meer werkgelegen
heid voor Vlissingen brengen.
In zo een sfeer is uiteraard "The sky the
limit". Vlissingen moest in navolging van
Scheveningen en het mondaine Domburg,
ook badplaats worden. De tramverbinding
met Middelburg die in 1881 was opgezet, zou
vanzelfsprekend ook een verbinding moeten
krijgen met dit aan te leggen badhuis en het
Grand Hotel Des Bains, het latere
Britannia, dat in de duinen achter het
strand gebouwd zou worden.
Het stelsel van wallen en grachten, dat
Vlissingen van oudsher tegen aanvallen van
overland had beschermd, nog weer eens
enorm uitgebreid en aangepast aan de eisen
des tijds onder Napoleon, vormde een klem
mend keurslijf voor de zich zo explosief ont
wikkelende stad. De Scheldestad groeide zo
sterk, dat ze wel uit haar vest MOEST bar
sten.
Al eerder waren de oostelijke vestingwerken
ten offer gevallen voor de aanleg der nieuwe
zeehavens en het kanaal. Nu was ook het
noordwestelijk deel aan de beurt om gesloopt
te worden. Dus het gebied waar thans de
Coosje Buskenstraat en de Aagje Deken
straat is, tot aan de Singel.
Hede ten dage zouden wij die vestingwerken
uit een ver verleden, prachtig maar geheel
nutteloos geworden door veranderende
behoeften, koesteren en in stand houden.
Den Spiegel, januari 1996
3