lijksgeluk, dat beide van Ockenburgs was
overkomen tot daden. Want toen de apothe
ker Baert, die gevestigd was aan het kleine
marktje, ofwel in pand Walstraat 54, een
functie werd aangeboden als inspecteur en
zijn apotheek wilde verkopen, was van
Ockenburg er als de kippen bij om ook dat
bedrijf over te nemen.
Met die overname van Baert werd een
belangrijk hoofdstuk der Vlissingse apothe
kershistorie afgesloten. Die familie Baert
was reeds in het laatst van de 17de eeuw
volop in beeld met chirurgijns, dokters en
apothekers. Er waren familiebetrekkingen
met bekende families zoals de van
Dishoeck's. Een dochter van Baert huwde in
1750 met Conradus Rutgerus Busken (de
vader van onze Coosje Busken), die aan het
tegenwoordige Bellamypark een apotheek
had. En een neef van het echtpaar Busken -
Baert nam in 1795, na het overlijden van
Busken, de zaak over. En zo werd het bedrijf
voortgezet door de familie Baert, totdat van
Ockenburg de zaak in 1902 overnam.
Het echtpaar van Ockenburg-Dutilh werd op
2 december 1894 verblijd met de geboorte
van een dochtertje, dat Henriëtte werd
genoemd. Henriëtte vertrok later naar
Hilversum waar zij trouwde met de doopsge
zinde dominee Vis.
Het tweede huwelijk van van Ockenburg Sr.
in 1893 had hem kennelijk nieuwe energie
en inspiratie gegeven. Bij zijn overlijden in
januari 1912, nam de Vlissingse bevolking
afscheid van een alom gewaardeerd en gere
specteerd man, die naast zijn drukke apothe
kerswerkzaamheden volop verbonden was
met het maatschappelijk gebeuren. Zo was
hij sinds 1901 lid der gemeenteraad, waar
hij tal van functies vervulde. Ook was hij
voorzitter van het gasthuis, het weeshuis en
van het werklozenfonds. Zelfs 's lands veilig
heid had zijn aandacht middels het bekleden
van een kapiteinschap bij de schutterij.
Zoon en naamgenoot Adriaan Jan van
Ockenburg Jr. had de opleiding tot apothe
ker afgesloten met een stage in Wageningen
en op 19 juni 1900 trouwde hij met
Wilhelmina Pieternella van der Harst, de
Middelburgse apothekersassistente, die al
vanaf februari 1896 bij van Ockenburg in
dienst was. Besloten werd dat vader van
Ockenburg zich volledig voor de nieuwe zaak
aan de Badhuisweg zou gaan inzetten en de
bestaande zaak aan het Vierwindenplein
aan de zoon zou worden overgelaten. Ook
nadat de apotheek aan de kleine markt was
overgenomen, bleef het jonge gezin op het
Groenewoud wonen.
Op 16 april 1932 werd de apotheek op de
Singel geopend. Een nieuw fdiaal van het
van Ockenburg imperium. Kennelijk was
men tot de conclusie gekomen, dat een apo-
thekerij de aanwas der bevolking maar had
te volgen, ook toen de wijken Tuinstad en
Rozenburg tot ontwikkeling kwamen.
Een noodzakelijk gevolg van al die filialen
was, dat overal een gediplomeerd apotheker
ofwel een provisor aanwezig diende te zijn.
Het was dan ook een komen en gaan van
jeugdige, pas afgestudeerde apothekers bij
van Ockenburg. Oudere Vlissingers zullen
zich nog mejuffouw Slingerberg herinneren,
die wat mank liep en de zuster was van
minister Slingerberg. Zij kende geen groter
genot dan zich éénmaal per jaar, op haar
eigen verjaardag, te omringen met een
assortiment taartjes en die dan één voor één
zelf op te peuzelen.
Mevrouw van de Hoek-Geyl was een uitzon
dering. Zij was 62 jaar oud en weduwe toen
zij in 1942 de verantwoordelijkheid der apo
theek aan de Badhuisstraat op zich nam.
Haar zoon was notaris te Groede en vertoef
de in die oorlogsjaren regelmatig bij zijn
moeder te Vlissingen vanwege zijn activitei
ten in het Zeeuws verzet. Zelf woonde
mevrouw van de Hoek op kamers bij
mevrouw Kommers aan de Badhuisstraat
47.
Op 4 augustus 1942 kwam er een bevel van
de Duitse overheid, dat alle Walchenaren,
die geen economische binding hadden, bin
nen 10 dagen de provincie dienden te verla
ten. Circa 15.000 personen waren daarvan
slachtoffer. Niet alleen ouden van dagen en
Den Spiegel, januari 1996
5