Een aantal verontruste Vlissingers besloten tot het oprichten van de Stichting Stads herstel. Onder voorzitterschap van de heer Kloosterman vonden een aantal geprekken met B W plaats om het Gemeentebestuur van hun snode plannen af te brengen en een beleid te voeren, dat gericht was op het behoud van de resterende monumenten. Ondergetekende was in 1965 in het bezit gekomen van een restant van het oude Slot te Baarland op Zuid-Beveland. Ik had daar samen met mijn vrouw, met inzet van veel vrije tijd een waar lusthof van gemaakt. Toen deze restauratie langzamerhand zijn voltooiing naderde, kwam er het verlangen op om nog eens iets in het restaureren van Molenstraat vanaf nr. 43 na restauratie monumentenpanden te ondernemen, al werd veel van onze tijd opgeslokt door een bloeien de zaak in radio, t.v. en witgoed. In Middelburg werd in die tijd een plan uit gevoerd tot restauratie van onder andere de Spanjaardstraat .Wij liepen regelmatig ver lekkerd door de Spanjaardstraat en vroegen ons af of zoiets ook in Vlissingen te realise ren zou zijn. Uiteindelijk besloten wij onze winkel van de hand te doen en ons te storten op de restau ratie van huizen. Door gesprekken over monumenten met de heer van Beveren architect te Veere), die ons had begeleid bij de restauratie van het Slot te Baarland, en na de nodige zelfstudie, meende ik een zoda nig inzicht verkregen te hebben in de esthe tische en bouwkundige aspecten die bij een restauratie komen kijken, dat ik wel een gok durfde wagen. Er was in 1969 een vrij groot aanbod van gedeeltelijk leeg staande en ver vallen huizen die te koop werden aangeboden voor een prijs die heden ten dagen onwaarschijnlijk lijkt. Wij slaagden er in om in korte tijd acht monumenten aan te kopen in de Molenstraat, Lepelstraat en Hellebardierstraat. Sommige huizen stonden reeds lang leeg en dreigden onbewoonbaar verklaard te worden, zodat sloop er op volgen zou. Toen wij met kennissen, die stiekem ook dachten dat wij niet goed bij ons hoofd waren, een dergelijk leeg staand huis betraden, zaten wij in een mum van tijd onder de vlooien. De geur van kattepis en verval zal ik niet snel vergeten. Besloten werd om eerst Hellebardierstraat 6 aan te pakken. Achter een gepleisterde voorgevel troffen wij een compleet midden zeventiende-eeuwse baksteengevel in gele IJsselsteen aan, met rode versie ringen, gedateerd 1650. Onder het pand vonden wij een zestiende-eeuw- se kelder met kruisgevel. Omdat wij een voorbeeld wilden geven om weer terug naar de binnenstad te gaan, zijn we na de restauratie in de Hellebardierstraat gaan wonen. Den Spiegel, april 1996 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1996 | | pagina 13