delijke eenheid in gevelopbouw en matriaal- gebruik. Door functionele verschillen tussen oost- en westwand van het Bellamypark is de eerste bouwlaag van de westwand - met daarin overheersend detailhandel en horeca - sterker gewijzigd dan die van de oostwand, waarin de woonfunctie toch domineert. Inrichting Het Bellamypark heeft door zijn inrichting en het feit, dat het verkeer langs de beide lange gevels wordt gevoerd een zeer eigen karakter. Bij het ontwikkelen van een visie op het 'Beschermd Stadsgezicht' kon niet ontkomen worden aan de vraag of de indeling en vorm geving uit het begin van de jaren 70 wel de meest passende oplossing binnen het kader van het stadsgezicht was. De vroegere haven en zijn kaden gaven een verschil te zien in het gebruik van de beide kaden, de ene meer op bedrijvigheid gericht dan de ander. Als nog eens tot een herinrichting van het park zou worden besloten - zo werd toen geopperd - dan is het denkbaar een sterkere aansluiting te zoeken bij de vroegere toe stand, hoewel daarbij zeker niet moet wor den gedacht aan het terugbrengen van de haven als zodanig. Wel zou de vorm van de haven in de indeling terug kunnen komen. Bovendien kon het verschil van de twee vroegere kaden worden hersteld door het verkeer langs de zuid-west wand te voeren en langs de noordoostwand een voetgangers gebied te maken. Bij het bestemmingsplan voor het 'Beschermd Stadsgezicht' verscheen vervolgens een suggestie voor een dergelijke indeling van het park. Diskussie De beoordeling van deze suggestie voor een herinrichting van het park was verschillend. De Stichting Stadsherstel Vlissingen gaf in een reactie aan, dat een meerderheid van het bestuur zich kon verenigen met een metter tijd uit te voeren herindeling van het park. In overweging werd gegeven het groen een meer sociale functie te geven. Genoemd werd een speelgelegenheid. In de politiek spitste de discussie, zoals vaak, toe op de verkeersaspekten. Hiervoor werden dan ook de nodige varianten aange dragen. Het algemeen gevoelen was, dat één weg aan de westzijde van het park niet de voorkeur had. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan werd uiteindelijk de gedane suggestie voor herindeling van het park maar voor kennis geving aangenomen. Naar een herinrichting In het bredere kader van het functioneren van de binnenstad bleef - midden van de jaren 1970 - toch de wens om te komen tot een nieuwe inrichting voor het Bellamypark. In de binnenstadsnota die op 2 mei 1974 werd vastgesteld, werd opnieuw herinrich ting van het Bellamypark vastgelegd. Toch zou het nog tot eind 1978 duren voordat er een schetsplan voor de inrichting van het park verscheen. Dit schetsplan werd opge steld door het toenmalige stedebouwkundig adviesbureau Stad en Landschap. Dit plan vormde onderdeel van een samenhangende visie voor het gebied Spuistraat-Bellamy- park-Beursplein. Een afdruk van dit schetsplan is ter illustra tie afgebeeld. Dit schetsplan kenmerkt zich door - een voetgangersgebied aan de oostzijde ten behoeve van winkelen, flaneren en uitbrei ding terrassen; - een verhard verlaagd aangelegd plein aan de zuidkant van het park, omkaderd door bomen; - een eveneens door bomen omkaderd park- gebied (in het noorden), dat verdiept is en waarin een vijver wordt aangelegd en een verbinding wordt gemaakt met de fontein; - wijziging van de verkeerssituatie door het eenrichtingsverkeer rond het park te ver vangen door tweerichtingverkeer aan de westzijde. In 1979 wordt de inspraakprocedure gestart. Mede naar aanleiding daarvan is een nieuwe schets opgesteld. Er vindt nieuw overleg plaats met verschillende organisaties, zoals Winkelcentrum Vlissingen en het Wijkkomi- tee Binnenstad. Ook derden ontwikkelde schetsen voor een inrichting. Uiteindelijk bleek er veel onduidelijkheid Den Spiegel, april 1996 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1996 | | pagina 17