Compagnie was onderver deeld in kamers, in 1617 kwam de Vlissingse kamer tot stand waarin de redersfa milie Lampsins vertegen woordigd was. Jan Lampsins werd bewindhebber van de Noordsche Compagnie. Ook in Middelburg en Veere wer den kamers opgericht. De Zeeuwse steden zonden in 1618 samen vijf schepen naar Spitsbergen. Het aantal schepen dat jaarlijks vanuit de havens van de Republiek naar Spitsbergen en Jan Mayen vertrok wordt geschat op een twintigtal. De walvis sen waarop gejaagd werd, de Groenlandse walvis en de kleinere Noordkaper, waren baardwalvissen. Na te zijn geharpoeneerd en gedood bleven zij drijven en konden met sloepen naar het strand of langszij van de schepen, die in de baaien ten anker lagen, worden gesleept. Daar werden zij dan afge- spekt, geflensd. Het spek werd in grote ketels gekookt en de traan werd, na te zijn afgekoeld, in houten vaten gegoten die in de schepen werden geladen. De baarden of baleinen werden in de tieren tussen de vaten gestuwd, de walviskaken aan dek genomen. In 1619 had de Noordsche Compagnie de nederzetting Smeerenburg op Amsterdameiland in Spitsbergen gesticht met traankokerijen, pakhuizen en behui zing en een reparatiewerf voor schepen en sloepen. De materialen daarvoor, zoals bouwstenen, hout enz. werden op de uitreis meegenomen evenals steenkool, turf en hout voor het stoken van de traanovens. 's Zomers, tijdens het vangstseizoen dat zo'n vier maanden duurde, werkten op Smee renburg ongeveer 300 man. Bij het archeologisch onderzoek op Spits bergen in 1981, het Smeerenburgproject, konden ook de plaatsen van de ovens en hui- Lampsinshuis Vlissingen Foto: archief VNLS zen van de traankokerijen van de Zeeuwse kamers der Noordsche Compagnie worden aangegeven. Voor de walvisvangst werden meestal fluit schepen gebruikt. Op de uitreis geladen met materialen voor de walbedrijven, op de thuisreis met walvisprodukten. Ook het heen- en weer vervoer van het walpersoneel ging met die schepen. Deze "groenlandvaar- ders" waren scheepjes van 250 - 400 ton, 30 - 35 meter lang en 7 - 9 meter breed. Zij had den 4 - 7 sloepen aan dek en een bemanning van 30 - 50 man. Nadat die schepen tijdens de winter gewoonlijk waren opgelegd, werd in februari en maart begonnen met het Den Spiegel, juli 1996 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1996 | | pagina 17