Het Lampsinshuis Op naar een volgende besluitvorming Wilbert Weber Het afgelopen jaar heeft Rijksgebouwendienst onderzocht of het Lampsins- huiscomplex geschikt gemaakt kan worden als maritiem museum. Op 4 juli j.l. is het eerste exemplaar van een rapport aangeboden aan burgemeester Van der Doef en wethouder Poppe-de Looff. Tijdens het aanbieden van dit rapport is afgespro ken dat uiterlijk op 1 december de gemeente Vlissingen zal laten weten of zij het Lampsinshuis zullen verwerven. Schets van een mogelijke invulling van de gevel van het complex. Het werkelijke ontwerp zal pas gemaakt worden na besluitvorming van B&W Rijksgebouwendienst heeft twee varianten onderzocht. Gekeken is naar het totale com plex, bestaande uit het Lampsinshuis zelf, de aangrenzende twee pakhuizen aan de Nieuwstraat en de "commissariswoning", het pand tussen het Lampsinshuis en de VVV. Beide varianten gaan uit van een tota le restauratie en renovatie van het Lamp sinshuis, en grondige aanpassing van de pakhuizen aan de Nieuwstraat. In de eerste variant blijft de bestaande "commissariswo ning" staan. In de tweede variant wordt dit pand volledig gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Voor de uitwerking van de mogelijkheden is er van uit gegaan dat in het complex ruimte moet komen voor de museale presentatie maar ook genoeg opslagruimte voor de voor werpen die niet getoond worden, kantoor ruimte en vooral ook een openbare publieks ruimte. In deze laatste ruimte kan een kof fieruimte, een klein winkeltje en vooral ook een opvangruimte voor groepen onderge bracht worden. Het uitgangspunt voor het nieuwe museum is dat allerlei groepen het Lampsinshuiscomplex gebruiken als ver trekpunt voor bepaalde activiteiten. Zo zou bijvoorbeeld de stichting Hoogaars een groep in deze openbare ruimte kunnen ont vangen en eventueel informeren, waarna de groep met een hoogaars de Westerschelde opvaart. Hierdoor kan het museum een gro tere rol spelen in de toeristische ontwikke ling van Vlissingen en wordt de drempel 18 Den Spiegel, oktober 1996

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1996 | | pagina 18