f' C'~-
Het uitgebrande interieur van de kerk in september 1911
werd een nieuw venster gehakt om ochtend
licht op de kansel te laten vallen. De doopka
pel werd niet langer gebruikt en rond de
kansel werd een houten dooptuin gebouwd
zodat de kinderen voortaan in het midden
van de gelovigen werden gedoopt.
De Engelse kerk in het noordkoor, kreeg een
eigen toegangspoort in de noordgevel. Toen
de Engelse kerk na de brand van 1911 weer
bij de kerk werd gevoegd werd het poortje
met het jaartal 1654 opgeborgen en later aan
de Branderijstraat geplaatst als toegangs
hek naar het nieuwe kerkkantoor.
Laten we nu enkele eeuwen overslaan en
naar de tegenwoordige tijd overstappen. De
rampzalige brand van 1911 heeft van de
oude kerk alleen geblakerde muren en
gescheurde pilaren overgelaten. Die schame
le resten werden gerestaureerd en omge
vormd tot een mooie gave kerk, maar wel
zijn daarbij allerlei boeiende historische ele
menten achter de pleisterlaag weggesmeerd
of achter lambrisering weggewerkt. Bij de
herbouw na de brand heeft de architect het
niet kunnen laten om allerlei leuke verzin
sels aan de kerk toe te voegen. Zoiets schijnt
bijna niet te voorkomen. Daarna werd de
kerk opnieuw ingericht met een quasi-gothi-
sche inventaris tot en met "gothische" elec-
trische lichtkronen.
Deze kerk heeft intussen de eerbiedwaardi
ge leeftijd van meer dan tachtig jaar bereikt.
Dus mogen we niet klagen als men kijkt
naar de Abdijkerken in Middelburg en de
eerder genoemde Sint Laurenskerk in
Rotterdam. Beide kerken gingen in Mei 1940
in vlammen op en werden pas na de oorlog
herbouwd en zijn dus veel "nieuwer".
Wie weet komen er bij de komende restaura
tie nog leuke dingen te voorschijn van achter
de pleisterlaag of van onder de houten vloer,
die nog wat meer licht kunnen werpen op de
bouwgeschiedenis.
Het is interessant het uitgebreide en zeer
gedegen artikel te lezen van de bekende
Ing. M.H.Wilderom "Aan de mond van de
Westerschelde".
Bulletin Stichting Oude Zeeuwse Kerken"
No. 10, mei 1983.
8
Den Spiegel, januari 1997