Terwijl de jurken 'in aanbouw' waren was
het koor impessant al aardig gevorderd met
het instuderen van de partituren en was de
kwaliteit der uitgenodigde solisten en van
het begeleidingsorkest uitvoering bespro
ken.
Vaak waren dat de toen zeer geliefde
sopraan Jo Vincent Louis van Tulder, die zo
mooi de Christuspartij kon zingen. En
Willen Ravelli, die z'n mond altijd zo ver
opendeed.
De dan nog resterende tijd werd besteed aan
het met de hand stikken van de japon, het
uitzoeken van de knoopjes, sousbras en ver
dere accessoires.
Natuurlijk waren er ook jaren, dat de aan-
I schaf van een nieuw ornaat er om financiële
redenen niet aan zat.
Daarom waren er altijd weer de gebruikelij
ke klanten voor rijgveters en corsages.
Als de japon van vorige jaren toch wat te veel
gekrompen bleek te zijn, dan moest een
nieuw rijgsnoer in het korset de oplossing
brengen. Of om de oude glorie toch wat op te
kunnen doffen werd er bij Delvoye om een
zending corsages Voor op zicht' gevraagd.
Als er dan in de pauze met het advokaatje of
de annisette gemorst was, dan moest de cor-
sage wel afgerekend worden. Maar als die
nog als nieuw in de doos terug kon, dan
kreeg de loopjongen na afloop van de uitvoe
ring vaak te horen, dat het niet had kunnen
dienen
Voor de generale repetitie, die in het gewone
pak werd uitgevoerd, werden goedkope
kaartjes verkocht. Dat was voor de kennis
sen en familieleden die het niet zo breed
hadden.
Maar 's avonds was er de galavoorstelling,
een echte sociëtyhappening. Zelfs de
Middelburgse elite was daarbij volop verte
genwoordigd.
Op een keer zou de Passiemuziek naar het
Evangelie van Johannes, op muziek gezet
r door de heer J.S. Bach, worden uitgevoerd.
Het stuk kwam ook op de radio, uitgevoerd
door een koor uit Holland, maar met dezelf
de solisten die in Vlissingen zouden meezin-
i gen.
Mevrouw Callenfels had wat dames uitgeno
digd om de radiouitzending bij te wonen. En
j zo maakte mijn moeder voor het eerst kennis
met dit nieuwe medium.
De koptelefoons werden opgezet en al snel
was het gezelschap geheel verdiept in het
stuk, dat met de partituur in de hand
gevolgd werd.
Mijn moeder vond het gedoe wat overdreven.
Zo'n radio was zoiets als het ruisen van de
zee, als je een schelp tegen je oor gedrukt
kreeg. En wat gekraak. Meer niet. En het
werd dan ook een lange zit voor haar. Aan
het slot van de uitzending bleek evenwel, dat
haar koptelefoon niet goed was aangesloten
geweest.
De zangvereniging was opgericht op 12 juni
1893 en heeft een belangrijke rol vervuld in
het Vlissings culturele leven, totdat door een
wel erg massale toestroom van Duitse gas
ten in de meidagen van 1940, het musiceren
onmogelijk werd.
Helaas is in het Vlissings Gemeentearchief
van het reilen en zeilen van deze vereniging
niets bewaard gebleven. Het zou dan ook
zeer prettig zijn, wanneer materiaal dat nog
in familiebezit is, zou verzameld of geco-
pieerd kunnen worden.
Na de bevrijding in 1946 heeft de heer Jan
Kuiler, oud-direkteur van de zangvereni
ging 'Looft den Heer', het initiatief genomen
om een nieuwe vereniging op te richten
onder de naam 'Vlissingsche Oratorium
Vereeniging'.
In een brief van 26 november 1946 gericht
aan de Stichting Herstel Zeeland 1945 te
Middelburg schrijft de secretaris van de
'nieuwe' vereniging:
De Gem. Zangvereniging LOOFT DEN
HEER te Vlissingen, waarvan des tijds ook
de heer Jan Kuiler directeur was, moest
evenals meerdere goede vereenigingen in
den oorlog verdwijnen, waardoor ook het
contact met de leden en het bestuur verloren
ging.
Na de bevrijding nam de heer Jan Kuiler
wederom het initiatief en richtte met de volle
medewerking van zijn oude zangers een
nieuwe vereeniging op onder de huidige
naam, daar alles toch opnieuw moest worden
opgezet, gezien het feit, dat alle bezittingen,
zijnde muziek en andere boekwerken, door
oorlogsgeweld waren verdwenen."
De oud-burgemeester C.A. van Woelderen
zegt in een schrijven van 25 maart 1947 een
jaarlijkse donatie toe aan het heropgerichte
koor. Hij schrijft o.a.:
Den Sniep-pl inn11nei 1007
21