Waarom Sint Jacob
De apostel Jacobus en zijn broer Johannes
waren eenvoudige vissers aan het Meer van
Tiberias. Zij lieten hun vader en hun vis
sersboot in de steek toen Jezus hen toeriep
hem te volgen en voortaan mensen te van
gen. Omdat het middeleeuwse Vlissingen
leefde van de haringvangst kun je je voor
stellen dat de keuze van Jacob "de visser"
als schutspatroon erg tot de verbeelding van
de gelovigen sprak.
Maar daar kwam nog iets bij. In die tijd,
begin 1300, was Jacobus de Meerdere een
heel populaire heilige. In Spanje bloeide de
legende dat het stoffelijk overschot van de
apostel Sint Jacob op mysterieuze wijze bij
kaap Finisterre in Noordwest Spanje aan
land was gebracht en daar was begraven.
Op die plaats ontstond een geliefd bede
vaartsoord, Santiago (Spaans voor Sint
Jacob) de Compostela. Na Jeruzalem met de
Heilige Grafkerk, en Rome met het graf van
Petrus onder de Sint Pieter, had nu ook
Spanje een apostelgraf op eigen bodem, en
daar werd dankbaar gebruik van gemaakt.
Santiago werd het meest bekende pelgrims
oord voor West-Europa in de middeleeuwen.
In Spanje zelf was Sint Jacob langzamer
hand uitgegroeid tot een ware volksheld.
Spanje probeerde al eeuwen zijn grondge
bied te heroveren op de Moren (Moslims),
die zich in Zuid Spanje hadden genesteld, en
in die strijd vormde Sint Jacob een bezie
lend Christelijk symbool. Volgens de verha
len zou hij in deze godsdienstoorlog vaak te
hulp snellen als een ridder op een wit paard
wat hem de bijnaam bezorgde Santiago
Matamoros, Sint Jacob de Morendoder. Zo
zie je hoe een apostel voor het Spaanse kar
retje werd gespannen.
Nieuw-Vlissingen groeide voorspoedig en
bleef, voor zover we weten, twee eeuwen
rustig en trouw aan de kerk van Rome en
aan de Koning van Hispanje. Daarna begon
het te gisten. De Reformatie kreeg in
Vlissingen veel aanhang. Verschillende ver
zoeken aan de stadsregering om het nieuwe
Gasthuis buiten de wallen als bedehuis te
mogen gebruiken kregen geen gehoor. Dat
leidde tot een uitbarsting tijdens de
Beeldenstorm in 1566. Dat het er in Vlissin
gen nog gematigd aan toe ging blijkt uit het
feit dat de schippers het beeld van Sint
Christoffel uit hun kapel in de Sint
Jacobskerk in veiligheid mochten brengen.
Daarna werd er nog onderhandeld over
teruggave van de geroofde kerkschatten.
In 1568 en 1570 trachtten de Watergeuzen
zich al meester te maken van de stad, maar
dat mislukte. Op de eerste Paasdag in 1572
riep de priester die de Paasmis celebreerde
de gelovigen op om in opstand te komen
tegen de Spaanse dwingelandij.
"Aprilletje zes verloor Alva zijn fles". Het
sein tot de opstand werd dus door de katho
lieke priester in de Sint Jacobskerk gege
ven! Uiteraard werd de kerk later in gebruik
genomen voor de protestantse eredienst. In
het verdere verloop van de tachtigjarige oor
log ging de strijd om de staatkundige vrij
heid steeds meer hand in hand met de strijd
om de godsdienstvrijheid. De Protestanten
werden tot ketters uitgeroepen, en in Spanje
werd Sint Jacob het symbool van de strijd
tegen de Moren en de ketters. Dat maakte
het steeds moeilijker in Sint Jacob de
beschermheilige van de stad te blijven zien,
vooral toen de Spaanse Inquisitie steeds
gruwelijker vormen begon aan te nemen.
Men probeerde voortaan de Sint Jacobskerk
de Groote Kerk te noemen, maar zoals u
weet: zonder succes, want iedere Vlissinger
spreekt nog van de Sint Jacobskerk en Sint
Jacobsstraat. We krijgen ook de indruk dat
men na de omwenteling in 1572 het Roomse
verleden zo snel mogelijk wilde verlooche
nen. De bedevaarten naar Santiago de
Compostela, met de volle aflaat die men
daarmee kon verkrijgen, en allerlei andere
privileges waarvan de Rooms-Katholieke
kerk zich toen bediende, werden grondig uit
gebannen.
Dat kan de reden zijn dat er van bedevaar
ten vanuit Vlissingen niets beschreven
staat. Wel is bekend dat een notaris vanuit
Goes per schip op bedevaart ging naar
Santiago. Ook in Veere zijn enkele gitten
pelgrimsinsingnes (de zogenaamde Aza-
baches) uit Santiago gevonden, wat bete
kent dat welgestelden uit Veere daar ter
bedevaart gingen. Door zijn regelmatige
veerdienst met Spanje moet ook zeker
Vlissingen een etappeplaats zijn geweest in
de pelgrimsroute naar Santiago, maar
bewijzen ontbreken.
Den Spiegel, januari 1997
3