van 1953 toen beide kerken diep in het zee
water kwamen te staan.
De kerk werd gebouwd op een zeer ruim
kerkhof, dat door een stevige muur werd
omgeven. Men had kennelijk nog een zee
van ruimte want Nieuw-Vlissingen stelde
nog niet veel voor. Tijdens de sanering van
de binnenstad heb ik nog een gedeelte van
die muur gezien. Maar die is natuurlijk ges
loopt onder het gebruikelijke Vlissingse
motto "opgeruimd staat netjes". In tegen
stelling tot Brouwershaven ontwikkelde
Vlissingen zich zeer voorspoedig, zodat er al
snel binnen de wallen gebrek aan bouw
grond kwam. Op het kerkhof werden de
Oude Markt, de Kromme Elleboog, de
Lepelstraat, de Branderij straat en Achter
de Kerk aangelegd, met alle huizen er langs.
Samen met hun kleine achterplaatsjes paste
dat allemaal nog net binnen de oude kerk
hofmuur. Bovendien werden er tegen de
kerk nog de Sacristie, de Consistorie en een
aantal huisjes gebouwd, waarvan er nog
drie over zijn. Van het oude kerkhof rest nu
nog alleen maar een klein stukje groen.
De bouwgeschiedenis
Bij de aanleg van de Sint Jacobskerk had
men alle ruimte, zodat die als een traditio
nele Christelijke kerk werd gebouwd. Het
koor naar het oosten, naar Jeruzalem,
gericht en de toren op het westen. De bak
stenen sluiting van het koor en het vierkan
te onderstuk van de toren zijn in simpele
stijl gebouwd. Dat is wat er nog over is van
de oorspronkelijke kerk van 1308. Hieruit
blijkt dat het een lange smalle eenbeukige
dorpskerk was. In 1501 werd de kap op de
torenromp vervangen door een nieuwe got-
hische spits. Dat is alles wat we van de oud
ste periode van de bouwgeschiedenis kun
nen vertellen.
De allervroegste afbeeldingen van de kerk
dateren van 1548 en 1550.
We zien een eenvoudige kruiskerk. Er is dan
een dwarsschip ontstaan, zodat er naast het
hoofdkoor ook gesproken kan worden van
een noord- en een zuidkoor. Op de kruising
staat een slank vieringtorentje, net als bij de
kerk in Goes en Brouwershaven. Samen met
de gothische torenspits gaf dat de kerk een
slank silhouet, dat helaas in 1751 werd ver
minkt toen het vieringtorentje wegens
bouwvalligheid werd gesloopt. Er is bij de
laatste restauratie van de kerk nog wel
gevraagd om dat vieringtorentje weer terug
te brengen, maar dat is niet doorgegaan.
We zijn wel erg blij met die vroege afbeeldin
gen van 1550 want kort daarna is de kerk
heel grondig verbouwd, waardoor hij driem
aal zo groot werd. Het dak van het midden
schip werd verhoogd en op de plaats van de
zijmuren kwam een rij pilaren met scheibo
gen, omdat er naast het middenschip aan
beide kanten een even brede en hoge zijbeuk
werd gebouwd, beiden weer geflankeerd
door een rij van vijf kapellen met stenen
gewelven. Die zijbeuken omarmden de
toren, zodat die binnen de kerk kwam te
staan. Je kunt nu nog in de kerk de steunbe
ren zien staan, want men heeft niet veel
moeite gedaan ze weg te moffelen. Inplaats
van de ingang onder de toren kwam een
nieuwe hoofdingang in de zuidelijke zijbeuk.
De eerste kapel rechts naast die ingang
werd de doopkapel (daar zit de Cysterne
onder). Elk van de nieuwe zijbeuken met de
rij kapellen kwam onder een knikdak, de
ideale overkapping bij storm en regen. Er
ontstond op die manier een grote hallen
kerk. Het nadeel van deze constructie is dat
de zijmuren erg laag waren zodat er door de
vensters te weinig licht binnen kwam voor
zo'n grote ruimte.
Dat moest worden gecompenseerd door gro
te ramen in de nieuwe westgevel. In het
gewelf van een van de kapellen zit een sluit
steen met het jaartal 1558. Waarschijnlijk is
dat het jaar waarin de vergroting werd afge
rond. Ook het dwarsschip werd vergroot. De
oude ramen werden dichtgemetseld en nieu
we grote ramen aangebracht voor een betere
lichtval.
Men wijst vaak op de overeenkomst van de
plattegrond van de Sint Jacobskerk met die
van de Sint Laurenskerk in Rotterdam. Het
grote verschil is echter dat de vergroting
van het hoofdkoor en het maken van een
omgang rond dit koor, in Vlissingen nooit
werden uitgevoerd. Wel kwam aan weerszij
den een eerste aanzet van die kooromgang.
Maar daar bleef het bij en ze werden door
een blinde muur afgesloten. Zo ontstonden
de twee koorkapellen, die echter nauwelijks
als kapel zijn te herkennen. Ook het dak van
het koor is niet meer verhoogd en het lijkt
alsof men na de vergroting van de kerk de
aansluiting met het koor op de goedkoopste
manier heeft dichtgemaakt.
Den Spiegel, januari 1997
5