Vriendenverenigingen - lust of last Een vriend is zo gewonnen maar moeilijk geronnen Wilbert Weber en Adri Meerman Beide artikelen van Wilbert Weber en Adri Meerman zijn een bewerking van de lezingen die zij hebben gehouden op maandag 14 oktober 1996 voor het Vlaams- Zeeuws Archivarissenoverleg in het Gemeentearchief Vlissingen. Het the/na van het overleg was 'Vriendenverenigingen - lust of last'. Oftewel de historie van een vriendenvereniging De prehistorie Om terug te gaan naar de basis van de Vlissingse vriendenvereniging moet ik ver terug in een periode dat ik de prehistorie wil noemen. Het kenmerk van de prehistorie is immers het ontbreken van schriftelijke bronnen. Bronmateriaal waar vooral archi varissen mee werken. Museummensen wer ken vaak ook met andere bronnen en ik voel mij dan ook gemachtigd te spitten in de pre historie van een vriendenorganisatie. Het museum is in 1880 opgericht door parti culieren en werd gehuisvest in het voorma lig stadhuis aan de Houtkade, waar ook het archief was gevestigd. Direct na de oprich ting nam de gemeente onmiddellijk de ver antwoording op zich en zette de oprichters aan de zijlijn. Het particulier initiatief moest immers weten wat haar plaats was. Het archief hield zich toen vooral bezig met alles wat geschreven was en het museum met alles waar een afbeelding op stond. Een groot deel van de rijke collectie van de gemeente waaronder de huidige topografi sche atlas van het Gemeentearchief is in die tijd ontstaan in de oudheidkamer. Al snel werd het museum en archief geleid door een personele unie. De archivaris was tevens conservator. Het museum kende vanaf het begin geen gemeentelijk aankoopbudget, maar wel een zeer betrokken 'museumcommissie'. Waar deze groep, vermoedelijk dezelfde als de oprichters, het geld vandaan haalde weet ik niet, maar regelmatig is er sprake van aan kopen die zeker niet binnen de gemeentelij ke begrotingen terug te vinden zijn. Aankopen overigens die er niet om logen. Er werden voorwerpen aangekocht, die omge rekend in huidige budgetten overeenkomen met de waarde van een woning. Blijkbaar was er toen al een groep mensen die geld inzamelde om aankopen te doen voor het museum, maar ook voor het archief. Zij hiel den zich niet alleen bezig met het aankopen van voorwerpen, maar ook met het feno meen 'lobby'. Particulieren werden bena derd om schenkingen te doen. Kortom, in moderne termen een netwerk, dat omschre ven zou kunnen worden als een vriendenor ganisatie met als bindend en stimulerend element deze onbetaalde archivaris /conser vator. De historie In 1980 kende het museum, en via de perso nele unie ook het oud-archief, dus een aan tal vrienden. Een relict hiervan heb ik terug kunnen vinden in de begrotingen rond 1980. U merkt dat wij de moderne geschiedschrij ving en daarmee de 'historie' naderen met minder mogelijkheid tot fantaseren. Tot 6 Den Spiegel, maart 1997

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1997 | | pagina 8