2. Jacob Hobein als opperstuurman, getooid met de Militaire Willemsorde en andere onderscheidingen. (foto Instituut voor Marinehistorie te Den Haag) teruggekeerd, was zonder de thuishaven (Texel) aan te doen direct naar het strijdto neel gedirigeerd, zodat voor de nabestaan den van de genoemden een lang verbeid weerzien op tragische wijze werd verstoord door het bericht van hun dood. Van de 22-jarige Klinkhamer, zoon van een Amsterdams notaris, kon nog worden nage gaan dat hij een veelbelovend en doortas tend officier was, die o.a. respect had afge dwongen door het met gevaar voor eigen leven, redden van een matroos toen deze bij een storm over boord was geslagen. Van de schepelingen Kreijenburg en Hartz viel niets meer te achterhalen. 2. Het graf van de meer of minder bekend zijnde Jacob Hobein, die als matroos 2e klasse, op 19 maart 1831 bij opkomend water en onder hevig vijandelijk geweer vuur zwemmend een verlaten en op het schor achtergelaten sloep waarin de Nederlandse vlag was achtergebleven wist te bereiken, de dreg lichtte en vervolgens de sloep weer binnen het bereik van de sloeps bemanning bracht. Voor zijn dappere daad kreeg Hobein de Militaire Willemsorde der 4e klasse, waarbij vooral het uit vijandelijke handen houden van de Nederlandse vlag werd benadrukt. Hobein bedreef zijn stoute stuk in de toen nog in open verbinding met de Wester- schelde staande brede Braakman tussen Philippine en Biervliet, ruim een maand nadat Van Speijk bij Fort Sint Laurentius in Antwerpen zijn aan lager wal geraakte schip opblies, toen de aan boord gesprongen Belgen de Nederlandse vlag van de gaffel wilden rukken. De Nederlandse kanonneer boten hielden zich in de Braakman op om het vissen zonder vergunning door Belgen (die van spionage werden verdacht) tegen te gaan. De verheerlijking van Van Speijk als natio nale held kende nauwelijks grenzen, maar ook Hobein die volhield dat hij slechts zijn plicht gedaan had, kreeg hoewel wat bescheidener een heldenrol opgedrukt. Hij werd overladen met geschenken (waar onder een gouden horloge van de kroon prins) en onderscheidingen. Na zijn avontuur vervolgde Hobein zijn loopbaan bij de Zeemagt, waar hij het tot opperstuurman bracht (afb. 2). Vijftig jaar nadat Hobein zijn heldenfeit had verricht werd dit feit nog feestelijk in Vlissingen herdacht met een dagvullend programma, waarbij de inmiddels gepensio neerde Hobein in een koets werd rondgere- 3. Het praalgraf van Jacob Hobein. (foto L.J. Antonides) 4 Den Spiegel, april 1998

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1998 | | pagina 4