De enige havenstad
Over de ligging van Vlissingen
Matthijn de Boer
Dit artikel is misschien beschouwender van aard dan te doen gebruikelijk in een
tijdschrift van Vrienden van een stedelijk museum en gemeentearchief. Een
impressie van een buitenstaander.
Waar bevond hij zich precies? Het waren
kleine woninkjes in dit straatje; nieuw, of
tenminste gerenoveerd. Achter de volgende
straat rees het bejaardentehuis hoog boven
de rode daakjes uit. Daarachter was de zee.
Hij bevond zich in de kom van de binnen
stad, tussen de boulevardflats en het park
in. Dit was de witte plek op zijn persoonlijke
stadsplattegrond; het vacuum tussen de
veelvuldig gefrequenteerde kroegen en de
boulevard. Het was het centrum van de bin
nenstad en toch volkomen leeg in zijn geheu
gen. Een zeepbel. Doorgeprikt. Hij was er
nu, zomaar, opeens. Hoe heette deze straat
eigenlijk? Vluchtig keek hij om zich heen en
zag op de straathoek een blauw bordje met
de straatnaam. 'Modderstraat' stond er in
witte letters. Zo fris op het kobaltblauw van
het emaillen plaatje leek het de eigen naam
te ontkrachten. Gerard probeerde zich de
oude stadsplattegrond uit de glorietijd voor
de geest te halen. Modderstraat? Ja, die
bestond toen al. Maar dan moest verderop
het oude stadhuis hebben gestaan, voordat
het bij het bombardement aan het begin van
de vorige eeuw vernield werd. De brandende
kogels zouden een leegte achtergelaten moe
ten hebben, een pleintje of zo. Met een hup
pelpas snelde hij naar het eind van de straat.
Bij het politiebureau, erachter nog, daar
moest het ongeveer liggen. Het stratenplan
leek hem nog intact, hetzelfde als een paar
eeuwen geleden. Vandaar ook dat alles klein
en smal was. Nooit eerder bij stilgestaan. Dit
was, ondanks de nieuwe huisjes, de oudste
plek van de havenplaats. Zo stil, zo gewoon,
en toch zo bijzonder. Beschut achter de hoge
boulevardpanden.
De Slijkstraat gezien in de Noordelijke richting met op de achtergrond de molen aan de
kaaskade, ca 1900.
Foto GAV
2
Den Spiegel, juli 1998