anders kom je er niet. In Vlissingen raak je niet toevallig weg van de snelweg. Daarvoor ligt het teveel in de periferie van het land. Mensen, die in Vlissingen verblijven, doen dat doelbewust, bezoekers misschien nog wel meer dan de inwoners. Natuurlijk zijn er vele havensteden in de wereld. De meeste zijn een stuk groter dan Vlissingen en vaak zijn ze ook een stuk opwindender. Levendiger, in ieder geval. Voorzover men het Sloegebied al tot Vlissingen mag rekenen, dan ligt stroomop waarts aan de Schelde een nog grotere, bedrijvigere en internationaal meer tot de verbeelding sprekende havenplaats. Ant werpen mag met recht een wereldhaven genoemd worden. Gekeken naar het binnen land valt de haven van Vlissingen zelfs geheel in het niet wanneer men haar verge lijkt met noorderbuur Rotterdam. Wat ver mag men ook naast de nummer een van de wereld? Maar dit artikel handelt niet over de grootste havenstad ter wereld. Ook niet over de modernste of meest dynamische. Dit stuk handelt over de 'mooiste havenstad in de wereld'. Zo mooi, dat het voor Gerard Koopman de enige relevante havenstad is. Maar wat is Vlissingen? En waar bevindt zij zich? Het Vlissingen van Gerard Koopman komt niet overeen met het gebied binnen de gemeentegrenzen. Met alle respekt, maar de naoorlogse buitenwijken zouden net zo goed in Assen of in Venray kunnen liggen. Maar wat is Vlissingen dan? De gemeente? Een deel van een stadsgewest? De binnenstad slechts? Of moeten we het over een heel andere boeg gooien? Bestaat Vlissingen slechts in het roemruchte verleden, tijdens de gloriedagen van ons aller Michiel. Of juist in het heden? Is de havenstad mis schien geen stad, maar wordt ze gevormd door haar inwoners? Nee, deze omschrijvin gen zijn hem niet werkelijk genoeg. Het Vlissingen waar de andere mensen het over hebben, heeft voor hem slechts in de verte enige betekenis. Die omschrijvingen zijn hem te kil, Hoe kan iemand het slechts over de verzameling huizen of het aantal inwo ners hebben als ze refereren aan die plaats waar hij zich tot in zijn vezels mee verbon den voelt? Die beschrijvingen tarten de wer kelijkheid, zijn werkelijkheid. Ze reduceren de smalle straatjes in de binnenstad en haar inwoners tot een statistiek; ze maken de stad plat. Ze getuigen voor hem niet van de volle werkelijkheid die Vlissingen is in zijn beleving. Dit gaat voor Gerard zo ver, dat hij zich afvraagt of Vlissingen wel bestaat bui ten zijn beleving. In alles wat hij observeert - of het nu het rotsblok is met een opwindsleutel erin of het dansen van de scheepslichtjes in de scheme ring voor de boulevard - lijkt hij de enige te zijn die erbij stilstaat. Hij ervaart de plaats met al die onuitgesproken en onbeschreven details die het haar eigen karakter geven. Maar er lijkt niemand onder de inwoners of bezoekers te zijn die het opvalt. Iedereen loopt, winkelt of flaneert langs de boulevard als ware het een gewone provinciestad. Gerard Koopman kiest ervoor een eigen havenstad te creëren, namelijk in zijn ver beelding. Daar ligt de werkelijke havenstad. Een plaats waar je de bekende plekken zo uithaalt; het standbeeld van Michiel de Ruyter staat er en dat van Frans Naerebout ook. Maar de plaatselijke bibliotheek is er een van elders en het stratenplan correspon deert ook niet geheel met dat van het echte Vlissingen. Zo heeft zijn boulevard veel meer hoeken en bochten en heeft de Slijkstraat nog de oude loop. Maar is het echte Vlissingen wel zoveel ech ter dan het imaginaire van Gerard Koopman? Datgene wat men echt noemt is voor hem niet meer dan een aanzet, een opstapje naar een veel intensere beleving. Welke indrukken blijven hangen van een plaats waar je leeft en met de mensen omgaat: de versteende beelden van een zee held en een heldhaftige loods of de levende beelden van een late voorzomeravond, bezien vanonder de boulevard, op de glooi ing ter hoogte van het 'Leugenaarshoofd'? In zijn havenstad richt hij nieuwe monumen ten op; monumenten voor het onuitgespro- kene. Beelden van associaties. Geen stenen of bronzen beelden, maar levende beelden. Niet alleen de blik vanuit café Montpar- nasse op de loodsbootjes, maar ook de geur van koffie erbij en het geroezemoes van de overige gasten op de achtergrond. Niet alleen de blik op de gevels in de Bad huisstraat, maar het voelbare trillen van de ramen erbij wanneer de bus door de straat dendert. En alles ligt voor hem vast, in zijn univer- Den Spiegel, juli 1998 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1998 | | pagina 5