Coosje Busken s vrijers Luc Nonnekes Bij het beklimmen van de steilte die bij Vlissingers als 'de oprit' bekend staat, klopt mijn hart altijd wat sneller dan normaal. Deels door de extra inspanning, maar ook wel wat door de herinnering aan de illustere naamgeefster van deze Coosje Buskenstraat, die twee eeuwen geleden zoveel harten op hol wist te brengen Alleen een klein portretje is van haar bewaard gebleven. Maar uit het dagboek van haar vader, de apotheker Conrad Busken en uit de aan haar gerichte brieven van Betje Wolff weten wij veel van dit Vlissingse meisje, dat stammoeder werd van de familie Busken Huët. Coosje Busken (foto GAV) Jacoba Adriana was een dochter van Conrad Busken, die aan de Oude Haven Oostzijde (het huidige Bellamypark, waarschijnlijk nu nummer 32) zijn winkel had. Conrad was zelf afkomstig van Alpen bij Kleef. Na een lange leerperiode die al in 1731 begon, werd hij uiteindelijk in 1749 in het Vlissings apo- thekersgilde opgenomen. Die aanstelling en de daaraan verbonden economische onafhankelijkheid gaven hem de moed om het weeskind Jacoba Baert ten huwelijk te vragen. Hij was daarvoor te paard naar het Domburgse zomerhuis van pleegvader en wijnkoper Thomas Van Dishoeck gereden. Deze Thomas (1684- 1755) was een neef van Ewout, de vader van Anthony Pieter van het Van Dishoeckhuis. Zo raakte Conrad geparenteerd aan de belangrijke families Baert en Van Dishoeck. Zo kon hij rekenen op een klantenkring onder de gegoede families van de toen econo misch allang over het hoogtepunt heen wel varende stad. Het huwelijk was op 17 februari 1751 door dominee Vrolikhert in de Grote Kerk ingeze gend en werd verder ten huize van de Van Dishoecks gevierd. En zoals te doen gebrui kelijk, werd er door de genodigden een 6 Den Spiegel, oktober 1998

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1998 | | pagina 6