port van de toenmalige directeur van de
afdeling Sociale Zaken van de gemeente
Vlissingen, mr. J.L. Osterman. De originelen
bevinden zich thans in het Gemeentearchief
van Vlissingen.
Zijn kunst
Bram Pihl begint op twintigjarige leeftijd
met schilderen. Met aarzelende stappen be
gint hij met stillevens, natekenen wat het
oog ziet.
Hij is ijverig, maar begraaft zich niet in zijn
eigen kunnen. In de loop van de tijd accep
teert hij aanwijzingen en steun van anderen.
Zo trekt hij op met de Goese schilder Jos de
Ridder.
Ook RC. Wondergem (Vlissingen 1892 -
Goes 1974) heeft invloed op hem. 'De groot
ste duw heb ik wel gekregen van de heer
Wondergem, met wie ik in mijn vrije uren
zo'n jaar of drie ben opgetrokken Met hem
heb ik vaak buiten geschilderd. Ik mag dan
ook wel zeggen dat ik de grondslagen van het
schilderen van hem geleerd heb.' Wonder
gem is een leerling van Gerard Jacobs. Hij
schildert landschappen maar vooral stille
vens in impressionistische stijl en ingetogen
van karakter, wordt in 1920 lid van de
'Kunstkring Het Zuiden' en is later als aqua
rellist en tekenaar in dienst bij de PTT.
Verder hebben de tekenleraar Wagemakers
en de Veerse kunstschilder H. P. van der
Haar (Avenhorn 1867 - Wassenaar 1938)
Pihl met raad en voorbeeld gestimuleerd.
Grote bewondering heeft Pihl voor de Vla
mingen, met name voor de expressionist
Frits van den Berghe (1883 - 1939).
'Vissersschepen voor Vlissingenimpressionistisch.
De stijl van Pihl is zowel impressionistisch
als expressionistisch te noemen, soms expe
rimenteel abstract. 'Zelf vind ik het niet
belangrijk hoe ze me noemen, misschien ben
ik wel een impressionist. Ik probeer in ieder
geval wel mijn impressies op het doek te zet
ten, maar als ik eenmaal bezig ben, valt het
vaak anders uit dan ik aanvankelijk gedacht
had. Wanneer ik bezig ben, zie ik dat het
onder mijn handen geboren wordt. Ik werk
vooral met kleuren. Door middel van felle en
diepe kleuren probeer ik er een bepaald ele
ment uit te lichten, zodat het opvalt en weer
geeft wat er in mij omgaat.'
Omdat iedere kunstenaar nu eenmaal in een
hokje moet passen, probeert de Nederlandse
kunstwereld zijn stijl in woorden te vatten:
'Pihl schildert in een impressionistische
trant. Men ziet deze trant waarlijk niet meer
zo levendig en fris beoefend.' (NRC)
'Men zal Pihl misschien in willen delen bij de
expressionisten en daarbij denken aan de
Vlamingen met de figuur van Permeke op de
voorgrond. Soms is daartoe wel enige aanlei
ding, maar het oeuvre als geheel getuigt
zozeer van eigen kracht en persoonlijkheid
dat van beïnvloeding niet gesproken kan
worden en we de maker maar beter niet bij
een richting of school kunnen indelen.'
(Zeeuws Tijdschrift)
'De kleurstelling van Pihl is trefzeker. Blij
kens zijn toenemende zin tot expressie wordt
een loslaten van zijn impressionistische
standpunten voelbaar.' (PZC)
'Hoewel het spontane element en de visuele
emotie fundamenteel impressionistische
kenmerken zijn en Pihl in het verwaarlozen
van structuur soms zo
ver gaat dat hij tot een
bijna volledige oplossing
van de vorm komt, kan
men hem door zijn posi
tieve negatie van het
principe der kleuront-
menging geen wezenlij
ke impressionist meer
noemen.' (Haarlems
Dagblad)
Zijn beste doeken date
ren uit de jaren vijftig en
zestig en zijn met het
paletmes gemaakt.
Enkele vingers van zijn
rechterhand zijn bescha
digd zodat hij niet goed
met het penseel kan wer-
1958 (part. col.) ken. Daardoor ontwik-
10 Den Spiegel, april 1999