kelt hij een eigen tech niek, waarin hij tot een aparte stijl kan komen. Karakteristiek voor zijn werk is dat lichte en donkere perioden elkaar afwisselen. Het zijn eigenlijk geen afge bakende tijdperken. Een somber kleurenpa let en een helder genre wordt gedurende zijn hele kunstenaarsbe staan zichtbaar. Hij is erg gevoelig voor stem mingen en indrukken die op hem afkomen. Menselijk leed in zijn omgeving veroorzaakt sombere werken. Vaak werkt hij gedre ven om een doek af te krijgen. Hij werkt thuis in de Vlissingse Bilderdijklaan in de huiskamer of in de keuken. Later richt hij daar in de tuin van zijn woning twee zo genaamde t.b.c-huisjes in als atelier. Lijders aan die kwaal krijgen in die tijd een pavil- joentje, eigenlijk een soort tuinhuisje, om thuis (en toch buiten) te kunnen kuren. Pihl heeft dan rondom goed licht. Toch bevalt dit maar matig. Hij mist de huiselijke sfeer en als de kinderen de deur uit zijn, is hij meest al in huis aan het werk. Pihl experimenteert graag met licht. In de jaren vijftig en zestig trekt hij er samen met zijn vrouw veel op uit, eerst op de fiets, later op de brommer. Zo kan hij volop genieten van het Zeeuwse licht. Vooral in de geboorte streek van zijn vrouw, het land van IJzen- dijke, zijn al rondtrekkend mooie tekenin gen ontstaan. De eerste doeken bevredigen hem niet. Ze zijn niet zoals hij het voelt en ziet. Het wordt een moeizame worsteling met de materie, de verf. Zo wordt menig gereed gekomen werk driftig in de kachel gesmeten. Pihl houdt niet van half en onwaarachtig werk. Het schilderen is hem soms tot obsessie, waarbij hij vele uren van zijn nachtrust opoffert. Soms maakt hij vijf studies op een avond. Intussen begint deze liefhebberij ook heel wat geld te kosten. Een enkele keer lukt het hem om een stuk te verkopen. En hij heeft een kennis die hem in ruil voor een beschil derd doek een blanco doek levert. Pihl blijft schilderen, ofschoon hij wel eens de midde len mist. Dit verklaart dat gebruikt lino 'Vissershaven Vlissingenexpressionistisch, 1961 (part. col.) leum met sporen van stoelpoten, als drager van zijn kunst dient. De meeste werken worden met olieverf gezet op doek, spaanplaat, houtboard of op hard linoleum. In 1969 zegt hij hier over: 'Momenteel werk ik veel met het mes en met spaanplaat. Je laat de verschillende kleuren verf door elkaar vloeien, terwijl je er teke ning in brengt. De resultaten zijn verschil lend, het een lijkt op émail, het ander op ceramiek. Ik werk trouwens ook veel met linnen en olieverf. Je blijft in de schilder kunst altijd zoeken. Je moet zorgen dat je creatieve vermogen levend blijft. Dat bete kent hard werken en intensief met de kunst bezig zijn'. Ook in aquarellen, pentekeningen en pas tels kan Pihl zijn indrukken kwijt. Bovendien schroomt hij niet om met aparte vaardigheden te experimenteren. Zo maakt hij bijvoorbeeld figuratief abstracte werken door met echte gedroogde herfstbladeren in natte olieverf natuur en cultuur te combine ren. Ook worden er miniatuurtjes gecreëerd met olieverf op witte badkamertegeltjes. Zijn leven als kraanmachinist heeft zijn onderwerpen, vooral in het begin, sterk beïnvloed. Vanuit zijn cabine observeert hij het landschap dat hij in de avonduren en tot diep in de nacht zal schilderen. De stad, het dorp, de haven met de kaden en de loodsen en de kranen, de scheepswerf met de scheepskranen, ze zijn allemaal terug te vinden in zijn werk. Vooral de afgebeelde kranen geven zijn eerste werken een apart Den Spiegel, april 1999 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1999 | | pagina 13