karakter. 'Wat kun je anders schilderen als je een goed stuk van je leven op zo'n ding hebt gezeten.' Maar ook de markten, de bloemen, de bomen en de stillevens worden door hem in kleur gevat. De weergave gebeurt in een realisti sche impressionistische stijl met vaak een overvloedig verfgebruik, in gedurfde en spre kende kleuren en veelal levendig van karak ter. Zijn latere werk is meer in expressionis tische stijl. De bekendheid van Bram Pihl is vrij plotse ling gekomen. Zijn huisarts Grippeling ziet zijn werk en spreekt er over met de Vlis- singse burgemeester Kolff. Samen hebben ze hem gestimuleerd te gaan exposeren. In Kunstzaal Bikker, Badhuisstraat 15 te Vlis- singen kan zo in 1956 de eerste tentoonstel ling ingericht worden. Een dertigtal olieverf schilderijen heeft hij bij zich thuis van de muur, uit de kasten en onder het bed van daan gehaald. Ze waren nog nooit het huis uit geweest. Die eerste expositie wordt een sensatie. 'Je moet eens gaan kijken in Vlis- singen. Daar hebben ze een schilder ontdekt. Les heeft hij nooit gehad, maar wat hij maakt!' Bij de opening is ook de kunstenaar Louis Heijmans aanwezig. Het is niet zijn bedoe ling om het woord te voeren, maar het werk grijpt hem zo aan dat hij niet kan nalaten zijn gevoel van waardering tot uitdrukking te brengen. Van de drieëndertig schilderijen worden er dertig verkocht, een groot succes en evenzo een grote verrassing, niet in het minst voor Pihl zelf. Later zegt hij hierover: „Voor de eerste expositie moest van tijd tot tijd oprui ming in huis gehouden worden. In mijn klei ne woning was eigenlijk altijd ruimtegebrek. Elk jaar met de grote schoonmaak ging er zo het een en ander in vlammen op. En het brandde nog best ook". Tot de jaren zeventig heeft Kunstzaal Bikker met veel succes het werk van Pihl meerdere malen tentoongesteld. Maar ook in andere plaatsen wordt de kunstenaar bekend. Als de net opgerichte Zeeuwse Kunstkring in 1955 zijn eerste expositie houdt, meldt ook Pihl zich aan. Na een bezoek aan zijn atelier door de selectiecommissie, komt zijn werk echter niet voor ophanging op de tentoon stelling in aanmerking. Voor amateurs is op dat moment nog geen plaats binnen de elite van de Zeeuwse Kunstkring. In 1958 klinkt een heel ander geluid als in Middelburg de eerste Kerstsalon van de nieuwe Stichting voor Zeeuwse Beeldende Kunstenaars ge houden wordt. Van Pihl hangen er twee doe ken: Bloemstuk en Vissershaven. Deze ten toonstelling gaat in 1959 ook naar Zierikzee, Tholen, Oostburg, St. Anna ter Muiden en Goes. In maart van dat jaar volgt een eigen 'Jeruzalem' 1964 (particuliere collectie) 12 Den Spiegel, april 1999

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1999 | | pagina 14