den van Walcheren zijn de overeenkom sten nu vastgelegd in het 'Verlichtings verdrag van 1957'. Indrukwekkend is de hoeveelheid boeien, lichtbakens, verlichte peilschalen enz. die in dit verdrag met België worden genoemd. Duidelijk wordt hierin beschreven welke lichten en bakens voor rekening van België zijn, waarbij nog genoemd kan worden dat de Belgen ook voor een gedeelte nog meebetalen aan het onderhoud van het licht te Westkapelle. Een zeer goede indruk van de hedendaag se omvang van de kustverlichting geeft een maquette die is opgesteld in het Ste delijk Museum te Vlissingen. Bronvermelding: - Gemeentearchief Vlissingen, Stadsarchief tot 1915 - F. Gittenberger en H.Weiss, Zeeland in Oude Kaarten, Tielt 1983 - D. Roos, Sardijngeul toen en nu, in: De Nederlandse Loods, 1982, pag. 2.-11 - D. Roos, Concurrentiestrijd tussen de Nederlandse en Belgische Loodsdiensten op de Westerschelde en haar monding, in: Zeeuws Tijdschrift, 1983, pag. 121-134 - D. Roos, Zeeuws territoriaal water en de Wielingenkwestie in historisch perspectief in: Zeeuws Tijdschrift, 1985, pag. 124-132 - A.W. Vlam, De veranderingen in de mond van de Westerschelde in: Archief Zeeuws Genootschap der Wetenschappen, 1941-1942, pag. 30-42 - C. de Waard, De rand van het eiland Walcheren in 1546, in: Archief Zeeuws Genootschap der Wetenschappen 1912, pag. 30-157 Den Spiegel, juli 1999 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1999 | | pagina 9