A stond op de Grote Markt naast het stad
huis. Brandspuit B was gestationeerd
naast de Fransche kerk in de Korte
Vlamingstraat. In de volgende verorde
ning, die dateert uit het jaar 1766 en gro
tendeels gelijk is aan die van 1746 is er
sprake van een derde brandspuit. Deze
spuit (spuit C) was geplaatst naast de
Oostkerk in de Onderstraat. Achterin deze
ordonnantie is nog een artikel gevoegd
over de overige blusgereedschappen met
toebehoren, zoals die gereed moesten
staan in de brandweerspuithuisjes.
Het spuithuisje aan het Boterplein
Op de zolder van het oude stadhuis aan de
Grote Markt stond nog een kleine hand
brandspuit. De brandladders en haken
bevonden zich in een bergplaats aan het
Waaigat (naast het stadhuis). Bij de brand
van het stadhuis aan de Grote Markt in
1809 is de daar aanwezige brandspuit met
bergplaats verloren gegaan. Daarom heeft
men een nieuw spuithuisje gebouwd aan
het Boterplein, dat tot 1920 dienst heeft
gedaan. Dit pandje is een tijdje verhuurd
geweest aan een familie, die door brand
geen woonruimte meer had. Als noodvoor
ziening mochten zij in het spuithuisje
wonen. Ook heeft het nog als slachthuis
gediend. Dit duurde tot even na de Tweede
Wereldoorlog. Er zijn daar in en na de oor
log verschillende noodslachtingen ver
richt. Bij de wijksanering in de jaren
zestig is het afgebroken en zijn op deze
plaats woningen gebouwd.
Andere onderkomens
Omstreeks 1873 waren er door stadsuit
breiding reeds vier brandspuiten aanwe
zig, die op de volgende locaties waren
ondergebracht: spuit A op de Bierkaai
(Bellamypark), spuit B bij de Sint
Jacobskerk (links in de hal), spuit C in de
Palingstraat en spuit D bij de hoofdwacht.
Door de aankoop van twee motorspuiten
werden vier oude handbrandspuiten over
bodig. Deze spuiten waren eertijds respec
tievelijk ondergebracht in een spuithuis
aan de Kanaalstraat (Piet Heinkade), het
spuithuisje aan het Boterplein en een
bergplaats aan het Waaigat. Op de
Dokkade (Scheldeterrein) naast het
Beeldenhuis bevond zich ook een spuit
huis. Dit laatste pand moest eerst ver
bouwd en aangepast worden om hierin de
nieuwe motorspuit te kunnen plaatsen.
De nieuwe stoombrandspuit was onderge
bracht in het spuithuis aan de Korte
Kerkstraat. De andere nieuwe motorspuit
stationeerde men aan het Prinsenbosje
(Simon Stevinstraat) waar ook een spuit
huis stond. De bagagewagen werd gestald
in het spuithuis aan de Glacisstraat (de
Kom).
In het jaar 1920 ging de plichtsbrandweer
over naar de vrijwillige brandweer.
Na verloop van tijd voldeden de afzonder
lijke spuithuizen waarin het materieel
stond opgesteld niet meer aan de eisen om
spuiten, slangen etc. behoorlijk te kunnen
bergen. Men besloot om die reden al het
materiaal behalve de motor I, die bij de
Kon. Maatschappij De Schelde gestatio
neerd was, op één plaats te stationeren.
De uitrusting was sindsdien sterk verbe
terd en ook de alarmering was beter gere
geld. De commandant, de heer
Wemelsvelder (tot 1929 brandweercom
mandant), was een groot voorstander van
een gecentraliseerde opstelling, die
belangrijke voordelen bood.
In afwachting van de plannen voor de
nieuwe brandweerkazerne bracht men al
het materieel over naar de Singelweg.
Volgens de Vlissingsche Courant van
10 april 1937 werden de voertuigen met
enig tamtam naar deze locatie gebracht.
Hier bleef het materieel voorlopig totdat
de nieuw te bouwen brandweercentrale in
de Van Dishoeckstraat gereed zou zijn. In
maart 1938 werd het werk aanbesteed en
het jaar daarop werd de centrale officieel
in bedrijf gesteld.
Tweede Wereldoorlog
In 1940 bij de inval van de Duitse
Weermacht werd door de bezetter het
materiaal weer op verschillende locaties
ondergebracht. Ook de luchtbescher
mingsbrandweer werd bij de brandweer
ingedeeld en de vrijwillige brandweer
omgevormd tot een beroepsbrandweer. De
volgende brandweerposten werden inge
steld: de brandweercentrale in de Van
Dishoeckstraat werd hoofdpost en de bij
behorende woning kantoor. Er kwam een
brandweerpost in de garage van
Goedbloed in de Nieuwstraat en er kwam
een post bij Garage Centrum aan de
Coosje Buskensstraat. Als laatste kwam
er een post in de garage van de KMZ
14
Den Spiegel, oktober 1999