Spl ëbiSsë 'Gemeente jüdëfearkg. rqoe Aboslo Oost-Souburg vliegvel Gëm'éênte jylissingea Kaart 1. De doelen van de bomgroepen 92, 305, 306 en het vliegveld Vlissingen ingetekend op een kaart uit 1990 (reconstructie G.F.P. Palmkoeck) Oostende steun van 41 Spitfïre-jagers die hen boven bezet gebied moesten bescher men tegen de aanvallen van de Duitse j achtvliegtuigen. Wijziging van het doel Bij Brussel, het eerste doel, bleek de bewolking te dicht om de gezochte fabriekshallen te lokaliseren. Daarom werd via Terneuzen koers gezet naar zui delijk Walcheren om het vliegveld bij Vlissingen te gaan bestoken. Kort na de zwenking bij Brussel werden door de Spitfires gevechten geleverd met Duitse jagers. Toen deze laatste verdreven waren vloog de formatie over de Westerschelde richting Borssele/Fort Rammekens naar het tweede doel. Boven het toenmalige schorren- en krekengebied van het zuide lijk Sloe werd de formatie verrast door een zwaar en accuraat luchtafweervuur van de Duitse Flakbatterijen van 'Vrijburg', 'Fort de Ruyter' en 'Zwanenburg'. In de volksmond werden deze geschutsopstellin- gen zo aangeduid. De 105 mm vuurmon den stonden per vier stuks gegroepeerd bij West-Souburg, aan de Buitenhaven en de oude Nolledijk. Een groot deel van de toestellen liep beschadigingen op en volgens een Amerikaanse rapportage werd een bom menwerper midscheeps geraakt en stortte in zee. Volgens Duitse verslaggeving wer den meer toestellen neergehaald en Nederlandse ooggetuigen menen dat ook een tweede vliegtuig werd geraakt. Het is waarschijnlijk dat door het hevige vuur van de luchtdoelkanonnen de groepen 92 en 306 iets naar het noorden zijn uitgewe ken. De gemiddelde vlieghoogte lag rond de 6000 meter. Uit kaart 1 blijkt dat slechts enkele van de in totaal 880 bom men op de noordelijke rand van het vlieg veld zijn gevallen. Het gewicht van elke bom bedroeg 120 kilo. Den Spiegel, oktober 1999 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1999 | | pagina 7