:Vi' T} Vlissingen rond 1545 (tekening Jacob van Deventer) wordt in 1264 het kerkdorp bij die kerk ineens Oud-Vlissingen genoemd, wat dus betekent dat er intussen binnen de parochie een tweede nederzetting is gevormd: namelijk Nieuw-Vlissingen. Dat is dan de havenplaats die tegenwoordig gewoon Vlissingen heet. In 1294 wordt daar de watermolen voor het eerst ge noemd, wat wijst op het bestaan van een haven met een spui-watermolensysteem. En al eerder, in 1271 blijkt hier ook een gasthuis te zijn. Het spui-watermolensys teem is op de kaart goed herkenbaar: met de haven, het tegenwoordige Bellamy- park, de Spuihaven met daarachter het molenwater oftewel de Spuikom, en daar tussen de watermolen. De havenplaats Nieuw-Vlissingen bestaat zoals gezegd al voor 1264 in het ambacht Vlissingen, een eind buiten het kerkdorp Oud-Vlissingen. En wat wij nu zien is dat juist hier Floris V in 1294 van een van de ambachtsheren van Vlissingen, Wisse van Koudekerke, de ambachtsheerlijkheid koopt, samen met watermolen en percelen grond. Later in 1304, wanneer na de Vlaams-Hollandse oorlog de goederen en ambachtsheerlijkheden van de Vlaams gezinde Zeeuwse edelen worden geconfis queerd, komt praktisch de hele ambachts heerlijkheid van Vlissingen in handen van de graaf. Kortom, wat wij zien, is dat de graaf probeert deze havenplaats onder zijn directe gezag te krijgen. Deze politiek is begrijpelijk. Directe zeg genschap in havenplaatsen is voor de graaf van groot belang. Het betekent voor hem inkomsten uit accijnzen en andere belastingen, betrouwbare steunpunten voor het vervoer en de bevoorrading van het steeds rondreizende grafelijke hof. De aanwezigheid van kooplieden en lombar den geeft de graaf een goede mogelijkheid geld te lenen. Bovendien is het beheersen van strategisch gelegen havens ook van militaire betekenis. Denk bijvoorbeeld aan het recht tegenover Vlaanderen gelegen Vlissingen! Wat wel opvalt is dat rond 1300 zowel de jonge als de wat oudere havenplaatsen in bestuurlijk opzicht nog haast allemaal deel uitmaken van de gewone ambachtsor ganisatie. Van een eigen stadvrijheid en stadsbestuur, en van stadsrecht is alleen sprake in Westkapelle en Domburg sedert 1223. Hoe moeten wij dit zien? Een belangrijke factor is dat de meeste havenplaatsen eind 13e eeuw deel uitmaken van een ambacht onder het gezag van een of meer gewone ambachtsheren. Zo is in het ambacht Vlissingen de ambachtsheerlijkheid oor- 10 Den Spiegel, januari 2000

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2000 | | pagina 12